Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3601/GA, 15 december 2014, beroep
Uitspraakdatum:15-12-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/3601/GA

betreft: [klager] datum: 15 december 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. Kral, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 september 2014 van de beklagcommissie bij de locatie Ooyerhoek te Zutphen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering aan klager toestemming te verlenen tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager meent dat de beslissing van de directeur ontoereikend is gemotiveerd. Klager heeft niets van doen met de CIE informatie. Klagers neef
heeft hier niets mee te maken. Klager heeft hem nimmer iets gevraagd te doen voor klager.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Gelet op de inhoud van de door de directeur verkregen informatie van de advocaat-generaal van het
ressortsparket, slechts enkele dagen voordat klager stond ingepland voor verlof, heeft de directeur in redelijkheid niet anders kunnen handelen dan door de verlofaanvraag af te wijzen. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. G.L.M. Urbanus, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 15 december 2014

secretaris voorzitter

Naar boven