Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3174/GB, 8 december 2014, beroep
Uitspraakdatum:08-12-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/3174/GB

Betreft: [klager] datum: 8 december 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 26 augustus 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen aan den Rijn afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 11 januari 2012 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager krijgt een keer per maand bezoek en in uitzonderlijke gevallen twee keer per maand. Hij heeft een vriendin en een dochter van twee. Zijn bezoek komt met de trein uit Amsterdam. Dat is twee en een half uur heen en ook twee en een half uur terug.
Dat is teveel tijd. De selectiefunctionaris stelt dat klager niet is verstoken van bezoek en dat klager daarom niet wordt overgeplaatst. Klager vindt het vreemd dat hij eerst verstoken moet zijn van bezoek alvorens hij kan worden overgeplaatst.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager verbleef in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein en is door eigen toedoen overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen. Klagers gedrag is in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen niet naar behoren, hij vertoont
onder
andere intimiderend gedrag en is dan ook teruggeplaatst naar het basisregime.

4. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat bezoekproblemen inherent zijn aan het ondergaan van detentie en, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium vormen. De selectiefunctionaris heeft hetgeen klager heeft aangevoerd ten aanzien van zijn
problemen omtrent het ontvangen van bezoek in redelijkheid niet als een dergelijke bijzondere omstandigheid hoeven aan te merken. Dit mede omdat klager een en ander niet feitelijk heeft onderbouwd. Voorts blijkt uit het selectieadvies van de locatie
Ooyerhoek Zutphen van 25 augustus 2014 dat klager diverse keren is overgeplaatst wegens ongewenst gedrag binnen de inrichting. Hij is vanwege onder andere intimiderend gedrag binnen de p.i. Nieuwegein overgeplaatst naar de locatie Ooyerhoek Zutphen.
Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris dan ook, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden
aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van I.C.E. Spierings, secretaris, op 8 december 2014

secretaris voorzitter

Naar boven