Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3183/GB, 8 december 2014, beroep
Uitspraakdatum:08-12-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/3183/GB

Betreft: [klager] datum: 8 december 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.B.M.A. Engelen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 26 augustus 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de locatie Roermond ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 27 februari 2014 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Roermond. Op 29 juli 2014 is hij geselecteerd voor de gevangenis van de locatie Roermond.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
In verband met klagers strafzaak is door een reclasseringsmedewerker van GGZ-Verslavingszorg te Roermond een indicatiestelling aangevraagd bij het Centrum Indicatiestelling Zorg en deze indicatiestelling is al verkregen. Hieruit volgt dat er een
indicatie bestaat voor de klinische opname van klager op een afdeling voor verslavingszorg hetgeen eenzelfde indicatie oplevert voor plaatsing van klager op de afdeling extra zorg voorziening (EZV) van de locatie Roermond.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klagers bezwaar- en beroepschrift zijn niet gericht tegen de locatie Roermond maar tegen de verblijfsafdeling. Plaatsingen op een zorgafdeling binnen een inrichting worden door de directeur van de inrichting beslist en vallen buiten de
beslissingsbevoegdheid van het Bureau Selectiefunctionarissen. De directeur laat zich adviseren door de medische dienst en een gedragsdeskundige over plaatsingen op zorgafdelingen. De EZV-afdeling is een interne aangelegenheid binnen een inrichting.
Het
bezwaarschrift is ten onrechte ongegrond verklaard, het bezwaarschrift had niet-ontvankelijk te worden verklaard. Het beroep dient dan ook niet-ontvankelijk te worden verklaard.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Roermond is een inrichting voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Ingevolge artikel 17 juncto artikel 15 van de Pbw staat bezwaar open tegen beslissingen van de selectiefunctionaris ten aanzien van personen van wie de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen of vrijheidsbenemende maatregelen tot plaatsing in
en
overplaatsing naar inrichtingen of afdelingen ingevolge de bestemming daarvan ingevolge hoofdstuk III van de Pbw is gelast.

4.3. Klager heeft in bezwaar verzocht om plaatsing op een EZV-afdeling. Plaatsing op een EZV-afdeling is een beslissing van de directeur en geen beslissing van de selectiefunctionaris waartegen bezwaar open staat. De selectiefunctionaris heeft dan
ook, zoals hij zelf stelt in zijn reactie op het beroepschrift, ten onrechte het bezwaarschrift ongegrond verklaard; het bezwaarschrift had niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. Gelet op het voorgaande dient de bestreden beslissing te worden
vernietigd en dient klager alsnog niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn bezwaar.

5. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de bestreden beslissing en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn bezwaar.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van I.C.E. Spierings, secretaris, op 8 december 2014

secretaris voorzitter

Naar boven