Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4050/GV, 11 december 2014, beroep
Uitspraakdatum:11-12-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/4050/GV

betreft: [klager] datum: 11 december 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 oktober 2014 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager en zijn raadsman mr. B.J. de Pree om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep niet toegelicht.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Er is sprake van een hoog recidiverisico en van een forse verslavingsproblematiek. Eerst moet er gekeken worden naar behandelmogelijkheden voordat er vrijheden worden verleend. Het hoge recidiverisico blijkt onder meer uit het reclasseringsrapport en
uit het justitieel documentatieregister. Er is sprake van gevaar voor willekeurige slachtoffers. De diefstal, waarvoor klager is veroordeeld, is gepaard gegaan met geweld tegen personen.
Er is een voorstel in voorbereiding waarbij sprake is van een opname in FPA De Hooge Venne van de GGZ Noord-Holland-Noord die samen zou kunnen lopen met een penitentiair programma in het kader van een gestapeld traject.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De advocaat-generaal van het ressortsparket Amsterdam heeft negatief geadviseerd ter zake van verlofverlening.
De reclassering heeft aangegeven dat klager zal worden aangemeld voor een behandeling en dat een penitentiair programma met elektronisch toezicht zal worden voorbereid.

Uit de telefonische mededeling van een medewerker van het b.s.d. bij de locatie Zuyder Bos van 8 december 2014 volgt dat klager op de wachtlijst staat voor plaatsing in een p.p. en dat er een geldboete openstaat van € 1.500,=. Klager staat niet op de
wachtlijst voor een FPA. Hij zal worden aangemeld voor forensische verslavingszorg wanneer hij een p.p. zal volgen.

3. De beoordeling
Klager is in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar voor vermogensdelicten die deels gepaard zijn gegaan met geweld. Hij heeft beroep ingesteld tegen deze veroordeling. Zijn (voorlopige) einddatum is 4 november 2015.

Uit het advies van de advocaat-generaal volgt dat de kans op confrontatie met slachtoffers groot wordt geacht, omdat het verlofadres dichtbij bij de plaats ligt waar de delicten zijn gepleegd. Voorts wordt het gevaar op recidive groot geacht omdat
klager meermalen is veroordeeld voor vermogensdelicten. Uit de informatie van het b.s.d. bij de locatie Zuyder Bos volgt dat klager op de wachtlijst staat voor een p.p., er een geldboete openstaat van € 1.500,= en dat hij zal worden aangemeld voor
forensische verslavingszorg wanneer hij in een p.p. wordt geplaatst. Deze plaatsing is nog niet gerealiseerd.
De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden voldoende contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij
afweging
van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder b en g van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 11 december 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven