Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4535/GB, 12 december 2014, beroep
Uitspraakdatum:12-12-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/4535/GB

Betreft: [klager] datum: 12 december 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 december 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 12 december 2014 te melden in de gevangenis van de locatie Hoogvliet te Rotterdam niet-ontvankelijk verklaard.

2. De feiten
Op 14 november 2014 is klager opgeroepen zich op 12 december 2014 te melden in de gevangenis van de locatie Hoogvliet voor het ondergaan van 974 dagen gevangenisstraf. Op 1 december 2014 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 4
december 2014 niet-ontvankelijk is verklaard. In verband met de afdoening van het beroep is de dag waarop klager zich dient te melden thans gesteld op 15 december 2014.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft op 28 november 2014 een brief gekregen waarin is vermeld dat hij zich op 12 december 2014 dient te melden voor de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf van 974 dagen. Deze brief was gedateerd op 14 november 2014. Klager heeft
contact opgenomen met de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en aan hem werd verteld dat hij per e-mail bezwaar moest maken. Op 4 december 2014 heeft klager een reactie gekregen op zijn email, waarin staat dat zijn bezwaarschrift niet-ontvankelijk is
verklaard. Klager heeft vervolgens weer contact opgenomen met DJI. Klager kreeg te horen dat er geen uitstel kon worden verleend, maar dat hij in beroep kon gaan bij de beroepscommissie van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming. Klager
is op 3 maart 2011 veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar. Klager heeft vervolgens drie jaar en acht maanden niks gehoord van Justitie. Nu heeft hij een oproepbrief gekregen met de mededeling dat hij zich dient te melden voor de
tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf. Klager is alleenstaand, heeft diabetes type 2 en COPD en beschikt over een huurwoning. Het is voor klager niet mogelijk alles omtrent zijn woning en dergelijke te regelen binnen een termijn van twee
weken.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris verwijst naar de bestreden beslissing. Klager heeft zijn bezwaar niet binnen de termijn van zeven dagen na ontvangst van de oproep tot melden ingediend en kan derhalve niet in zijn bezwaar worden ontvangen. Hoewel het bezwaar te
laat is ingediend en daardoor niet-ontvankelijk is, merkt de selectiefunctionaris wel het volgende op. Voorop moet worden gesteld dat de gevolgen van een vrijheidsstraf voor rekening en risico komen van de veroordeelde. Om deze reden en om de
capaciteit
binnen het gevangeniswezen zo efficiënt mogelijk te benutten, is de selectiefunctionaris slechts in uitzonderlijke omstandigheden bereid om uitstel te verlenen. Voorop staat de noodzaak tot tenuitvoerlegging. Klager is in Noorwegen veroordeeld tot een
gevangenisstraf. Conform artikel 44 van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen is de gevangenisstraf omgezet naar Nederlands recht. De rechtbank te Den Haag heeft klagers gevangenisstraf omgezet van vijf jaar gevangenisstraf met aftrek van
het voorarrest naar drie jaar gevangenisstraf met aftrek van het voorarrest. Aan klager is strafonderbreking verleend in verband met het overlijden van zijn vrouw. Op 14 november 2014 is aan klager een brief verzonden waarin was vermeld dat hij zich
dient te melden op 12 december 2014 voor de tenuitvoerlegging van zijn gevangenisstraf. Klager was ruimschoots van te voren op de hoogte van het feit dat hij nog een gevangenisstraf moest ondergaan. Klager kon op ieder moment een oproep verwachten. Het
feit dat klager volgens hem de brief pas heeft ontvangen op of omstreeks 27 november 2014, doet aan het voorgaande niet af.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Hoogvliet is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Op grond van artikel 17, tweede lid jo. artikel 61, vijfde lid, van de Pbw wordt het bezwaarschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop betrokkene kennis heeft gekregen van de beslissing ingediend. Nu niet is gebleken op welke datum de
oproepbrief van 14 november 2014 per post is verzonden en door klager is ontvangen, moet klager voor wat betreft de ontvankelijkheid van het bezwaar het voordeel van de twijfel worden gegeven. Nu de selectiefunctionaris in de bestreden beslissing
inhoudelijk op het bezwaar is ingegaan, zal de beroepscommissie meteen inhoudelijk op het beroep beslissen.

4.4. Klager verzoekt om uitstel van de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf van 974 dagen. Hoewel het feitelijk juist is dat klager al enige tijd bekend is met het feit dat hij voornoemde gevangenisstraf moet ondergaan, is de
beroepscommissie van oordeel dat het niet verlenen van uitstel als onredelijk en onbillijk moet worden aangemerkt. Van klager kan niet worden verlangd dat hij zich binnen een tijdsbestek van minder dan een maand, gelet op zijn persoonlijke
omstandigheden en de duur van de straf, kan voorbereiden op de tenuitvoerlegging van voornoemde gevangenisstraf. De beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet in stand blijven. Het beroep zal
daarom gegrond worden verklaard en de beslissing van de selectiefunctionaris zal worden vernietigd. De beroepscommissie is van oordeel dat klager tenminste uitstel moet krijgen voor een periode van drie maanden vanaf de datum van deze uitspraak. De
beroepscommissie draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van het hiervoor overwogene.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de bestreden beslissing en draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak van de beroepscommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 12 december 2014

secretaris voorzitter

Naar boven