Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3787/GB, 11 december 2014, beroep
Uitspraakdatum:11-12-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/3787/GB

Betreft: [klager] datum: 11 december 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.P.W. Temminck Tuinstra, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 1 oktober 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel, een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen als bedoeld in
artikel 20b, tweede lid, onder a van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling), ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 14 augustus 2014 gedetineerd. Hij verbleef in het Detentiecentrum Alphen aan den Rijn. Op 1 september 2014 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Ter Apel, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt. Op 31 oktober 2014 is
klager uitgezet.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Er is onvoldoende rekening gehouden met de belangen en de speciale behoeften van klager, die een strafrechtelijk gedetineerde vreemdeling is. Op de aangehaalde internationale regelgeving is in het geheel niet ingegaan in de bestreden beslissing. Ten
onrechte wordt er vanuit gegaan dat klagers echtgenote gemakkelijk zou kunnen reizen naar de p.i. Ter Apel en dat een zwangerschap geen bijzondere omstandigheid is. Juist naarmate de zwangerschap vordert, wordt het reizen steeds zwaarder, zeker wanneer
iemand afhankelijk is van het openbaar vervoer en de zwangerschap gecompliceerd verloopt. Daarnaast moet klagers echtgenote met drie kinderen reizen, wat het reizen nog zwaarder maakt. De informatie waaruit blijkt dat klagers echtgenote niet in staat
is
om te reizen zou volgens de selectiefunctionaris ontbreken. Klager heeft aangegeven tot nadere toelichting bereid te zijn. Ten onrechte is niet nader geïnformeerd, maar is zonder klager te horen een beslissing genomen. Hierdoor is de bestreden
beslissing onvoldoende zorgvuldig voorbereid en genomen. De mogelijkheid tot skypen met familieleden komt onvoldoende tegemoet aan klagers belang bij echt contact met zijn familie en zijn belang contact te hebben met zijn kinderen. Klager verzoekt om
een tegemoetkoming.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Gedurende een onrechtmatig verblijf in Nederland heeft klager een strafbaar feit gepleegd waarvoor hij is veroordeeld. Op grond van artikel 20b van de Regeling heeft de selectiefunctionaris bij de plaatsing van strafrechtelijk gedetineerde
vreemdelingen
slechts een keuze en dat is de p.i. Ter Apel. Het feit dat klager stelt dat hij niet uitgezet kan worden, houdt geen stand nu in de p.i. Ter Apel wordt onderzocht en beoordeeld of iemand kan worden uitgezet of niet. Voorts is zwangerschap geen
bijzondere medische omstandigheid. Er ontbreekt een medische verklaring waaruit blijkt dat klagers echtgenote niet in staat is te reizen. Het is aan klager zijn verzoek te voorzien van een juiste motivering en onderbouwing. In de p.i. Ter Apel
verblijven meerdere gedetineerden ten aanzien van wie het voor de familieleden lastig is hen te bezoeken. Daarom hebben ze in de p.i. Ter Apel mogelijkheden om gesprekken via Skype te voeren met familieleden. Met de mogelijkheid tot bezoek en het
voeren
van gesprekken Skype, is er geen sprake van een schending van artikel 8 van het EVRM.

4. De beoordeling
4.1. In het onderhavige beroep is de ongegrondverklaring van klagers bezwaarschrift gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de p.i. Ter Apel aan de orde. Klager is op 31 oktober 2014 uitgezet. Nu klager heeft verzocht
om toekenning van een tegemoetkoming, zal de beroepscommissie het beroep inhoudelijk behandelen.

4.2. Klager behoort tot de categorie strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. Ingevolge artikel 20b van de Regeling worden vreemdelingen die na de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf geen rechtmatig verblijf meer hebben in Nederland in
beginsel geplaatst in een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. De p.i. Ter Apel is een inrichting waar deze strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen kunnen worden ondergebracht. Voorop moet worden gesteld dat de gevolgen van
een
vrijheidsstraf voor rekening en risico komen van de veroordeelde. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie. Klager heeft niet feitelijk onderbouwd dat zijn vrouw niet in staat is te reizen. Nadelige gevolgen van detentie voor
familie- en gezinsleven zijn onvermijdelijk en leveren in dit geval geen strijd op met artikel 8 van het EVRM. Gelet op het voorgaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in
aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van I.C.E. Spierings, secretaris, op 11 december 2014

secretaris voorzitter

Naar boven