Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3061/GA, 14/3062/GA e.a., 25 november 2014, beroep
Uitspraakdatum:25-11-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/3061/GA, 14/3062/GA, 14/3063/GA en 14/3206/GA

betreft: [klager] datum: 25 november 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van de bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften, ingediend door mr. W. Hendrickx, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraken van 19 augustus 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel, betreffende:
a. het niet uitreiken van cd’s aan klager;
b. de omstandigheid dat de luchtplaats niet aan de regels voldoet;
c. het klager niet toestaan om binnen zes weken naar de kapsalon te gaan;
d. de bejegening van klager door een p.i.w.-er,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

De beklagrechter heeft het beklag als vermeld onder a, b. en c. ongegrond verklaard en heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag als vermeld onder d. op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Ter Apel in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Namens klager is in beroep aangevoerd dat de beklagrechter zonder enige hoorzitting heeft beslist op klagers klachten. Ten aanzien hiervan overweegt de beroepscommissie het volgende. Op grond van artikel 62, tweede lid, van de Pbw in samenhang met
artikel 64, eerste lid, van de Pbw kan de beklagrechter, indien hij het beklag aanstonds kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond acht op de klacht beslissen zonder klager en de directeur in de gelegenheid te stellen
mondelinge opmerkingen te maken omtrent die klacht. De beklagrechter heeft in dit geval van deze bevoegdheid gebruik gemaakt.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot andere beslissingen leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van R. Boerhof, secretaris, op 25 november 2014

secretaris voorzitter

Naar boven