Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2996/GB, 14 november 2014, beroep
Uitspraakdatum:14-11-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/2996/GB

Betreft: [klager] datum: 14 november 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.G.E. Koumans, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 13 augustus 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Sittard afgewezen en beslist tot overplaatsing van klager naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel.

2. De feiten
Klager is sedert 16 februari 2009 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de p.i. Almere. Op 13 augustus 2014 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Ter Apel, een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen als
bedoeld
in artikel 20b, tweede lid, onder a van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling), waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil naar een p.i. in het zuiden van het land worden overgeplaatst, omdat hij rechtsbijstand wenst van zijn raadsvrouw in een zaak waarbij klager zelf slachtoffer is van een geweldsmisdrijf. Klager wil dichterbij zijn raadsvrouw verblijven, zodat
zij hem vaker kan bezoeken om de voornoemde zaak te bespreken. Als een overplaatsing naar een inrichting in het zuiden van land niet mogelijk is, wenst klager in de p.i. Almere te verblijven.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft na zijn detentie geen rechtmatig verblijf in Nederland, waardoor met zijn voorkeur geen rekening is gehouden. Klager diende te worden geplaatst in een inrichting conform artikel 20b van de Regeling. Het is niet in regelgeving vastgelegd
dat
de detentieplaats van een gedetineerde wordt bepaald door de standplaats van zijn raadsvrouw.
4. De beoordeling
Gelet op de stukken is naar het oordeel van de beroepscommissie voldoende aannemelijk geworden dat klager na zijn detentie geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft en dat hij behoort tot de categorie strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen.
Ingevolge artikel 20b van de Regeling worden vreemdelingen die na de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf geen rechtmatig verblijf meer hebben in Nederland in beginsel geplaatst in een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. De
p.i. Ter Apel is een gevangenis waar strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen kunnen worden ondergebracht. Gelet op het voorgaande is de afwijzing van klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Sittard door de
selectiefunctionaris naar het oordeel van de beroepscommissie niet onredelijk of onbillijk. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij
afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van I.C.E. Spierings, secretaris, op 14 november 2014

secretaris voorzitter

Naar boven