Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3005/GB, 14 november 2014, beroep
Uitspraakdatum:14-11-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/3005/GB

Betreft: [klager] datum: 14 november 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.D. van Elst, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 augustus 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 4 augustus 2013 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein. Op 17 juli 2014 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Almere, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft nooit ingestemd met een overplaatsing naar de p.i. Almere. Klager heeft expliciet zijn voorkeur aangegeven voor de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard. In de bestreden beslissing wordt gesteld dat de reistijd naar de
locatie Zuyder Bos wordt verdubbeld en dat er daarom geen reden is om terug te komen op de beslissing om klager over te plaatsen naar de p.i. Almere. Klager vindt dat de verdubbeling van de reistijd bij een overplaatsing naar de locatie Zuyder Bos
onvoldoende redengevend is om af te zien van een overplaatsing naar de locatie Zuyder Bos en hem daarentegen over te plaatsen naar de p.i. Almere.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klagers voorkeur voor de locatie Zuyder Bos was niet gemotiveerd. Klagers verzoek en het advies van de p.i. Nieuwegein wekten de indruk dat er sprake was van een druk op de overplaatsing als gevolg van een onveilig gevoel bij klager. Klager sloot
zichzelf op en kwam zijn cel niet meer uit wegens angst voor zijn medegedetineerden. Hierdoor was er de indruk dat het ging om een spoedoverplaatsing. In beginsel wordt getracht rekening te houden met klagers voorkeur. Als blijkt dat in het aanpalend
arrondissement de volgende dag een plek vrij is en de plaatsing voldoet aan de gestelde regelgeving, geniet dat de voorkeur. Plaatsing in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos zou de reistijd van klagers bezoek verdubbelen. Dit heeft echter niet
direct meegewogen in de beslissing klager te plaatsen in de p.i. Almere. De snelheid van het handelen in combinatie met artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden was de directe aanleiding.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Almere is een inrichting voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Uit het selectieadvies van de p.i. Nieuwegein van 16 juli 2014 blijkt dat klager overgeplaatst wilde worden naar een andere gevangenis, omdat hij zich niet meer veilig voelde in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein. Uit het ingevulde formulier
‘verzoek tot overplaatsing’ blijkt dat klager heeft verzocht om overplaatsing naar de locatie Zuyder Bos. De selectiefunctionaris heeft aangegeven dat in de regel met een dergelijke voorkeur rekening wordt gehouden. Uit de stukken is echter niet af te
leiden dat in dit geval met de voorkeur van klager voor de locatie Zuyder Bos op enige wijze rekening is gehouden. Nu met name een rol heeft gespeeld dat het verzoek en het advies de indruk wekten van een behoorlijke druk en daarmee spoed, kan niet
worden gesteld dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris als redelijk of billijk moet worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing dient te worden
vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van
een
tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van I.C.E. Spierings, secretaris, op 14 november 2014

secretaris voorzitter

Naar boven