Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1634/TA, 6 oktober 2014, beroep
Uitspraakdatum:06-10-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/1634/TA

betreft: [klager] datum: 6 oktober 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van FPC de Kijvekanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen de uitspraak van 7 mei 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij de inrichting, waarbij aan [...], verder te noemen klager, een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 september 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman, mr. D.W.H.M. Wolters en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch
medewerker en [...], hoofd behandeling.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 100,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het feit dat door toedoen van de inrichting klager geen voortvarende optimale behandeling heeft genoten op de gronden als in de
aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van het hoofd van de inrichting en klager
Het hoofd van de inrichting heeft zijn beroep als volgt toegelicht.
Op 2 mei 2014 heeft de beklagcommissie het beklag dat klager door toedoen van de inrichting geen voortvarende optimale behandeling heeft genoten gegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft het hoofd van de inrichting beroep ingesteld, met kenmerk
14/1525/TA. Aangezien de inrichting zich niet kan verenigen met de gegrondverklaring van dit beklag is zij het tevens niet eens met de toekenning van een tegemoetkoming en de hoogte daarvan.

Door en namens klager is daarop als volgt gereageerd.
Aan klager dient een (symbolische) tegemoetkoming te worden toegekend.

3. De beoordeling
Bij uitspraak van 14/1525/TA van 6 oktober 2014 heeft de beroepscommissie het beroep van het hoofd van de inrichting gegrond verklaard en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag.

De beroepscommissie kan zich dan ook niet verenigen met de toekenning van een tegemoetkoming. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. C.F. Korvinus, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 6 oktober 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven