Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1986/GB en 14/2072/GB, 28 augustus 2014, beroep
Uitspraakdatum:28-08-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/1986/GB en 14/2072/GB

Betreft: [klager] datum: 28 augustus 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Sussenbach, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 juni 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) met aansluitend deelname aan een penitentiair programma (p.p.) op 27 mei 2014 afgewezen. De selectiefunctionaris heeft het tegen deze
beslissing ingediende bezwaarschrift op 11 juni 2014 ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 20 mei 2008 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Er is slechts selectief gereageerd op de naar voren gebrachte argumenten. Het is onjuist dat klager voornemens is om in Zaandam te gaan werken. De beslissing van de selectiefunctionaris
is onzorgvuldig genomen op basis van onvolledige informatie. Het is de selectiefunctionaris namelijk niet duidelijk of er meer interventies noodzakelijk worden geacht, hetgeen van invloed kan zijn op de beslissing. Er is geen sprake van een serieuze
onafhankelijke bezwaarprocedure nu zowel de afwijzing van klagers verzoek als de beslissing op het bezwaar door dezelfde selectiefunctionaris zijn genomen. Daarbij wordt slechts selectief gebruik gemaakt van hetgeen in het reclasseringsadvies is
vermeld
en de beslissing op het bezwaar is grotendeel een herhaling van de afwijzing op klagers verzoek. Er is klager geen zeven, maar zes jaar gevangenisstraf opgelegd. Klager voldoet aan alle eisen die zijn gesteld aan plaatsing in een z.b.b.i. met
aansluitend deelname aan een p.p. De door de selectiefunctionaris aangehaalde delicten stammen uit 2008 en 2011. Klager is voornemens aan alle opgelegde voorwaarden mee te werken. De Reclassering staat niet negatief tegenover detentiefasering. Klagers
mededaders verblijven thans wel in een z.b.b.i. Klager en zijn raadsman wensen in beroep te worden gehoord.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager heeft zich tijdens een p.p. in 2011 onttrokken aan detentie en direct daarna opnieuw een delict gepleegd. De Reclassering schat zowel het recidiverisico
als het risico op het onttrekken aan voorwaarden hoog in. Daarnaast bestaat de kans op letselschade voor willekeurige personen. De interventies gericht op het verminderen van recidiverisico dienen in een gesloten setting plaats te vinden. Dan zal
blijken of klager gemotiveerd is tot gedragsverandering. Het Openbaar Ministerie (OM) adviseert negatief omtrent de plaatsing van klager in een z.b.b.i. met aansluitend deelname aan een p.p. vanwege het risico van ongewenste confrontatie met
slachtoffers en een ernstige verstoring van de openbare orde. Dit is gebaseerd op het feit dat er nog geen interventies met betrekking tot het verminderen van recidive hebben plaatsgevonden en dat de einddatum detentie pas 11 oktober 2015 is. De
risico’s zijn onacceptabel hoog. De stelling dat klager is veranderd, wordt niet ondersteund. Met betrekking tot klagers mededaders stelt de selectiefunctionaris dat hij daaromtrent geen informatie voorhanden heeft en dat iedere zaak individueel wordt
bekeken.

4. De beoordeling
4.1. Klager en zijn raadsman wensen in beroep te worden gehoord. Dit verzoek is echter niet nader onderbouwd. De beroepscommissie acht zich aan de hand van de stukken voldoende voorgelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek af.

4.2. De beroepscommissie constateert dat door de raadsman van klager ten onrechte een bezwaarschrift is ingediend tegen de afwijzing van het verzoek van klager en dat dit ten onrechte door de selectiefunctionaris in behandeling is genomen. Ingevolge
artikel 72 van de Pbw stond rechtstreeks beroep open bij de RSJ en had de selectiefunctionaris de schriftuur met het oog hierop dienen door te zenden naar de RSJ. Nu klager hierdoor geen beroepsmogelijkheid is onthouden, gaat de beroepscommissie
hieraan
voorbij.

4.3. Op grond van artikel 2, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling), komen voor plaatsing in z.b.b.i. in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico
vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, een strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden, beschikken over een
aanvaardbaar
verlofadres en die zijn gepromoveerd. In het derde lid van dit artikel wordt voorts bepaald dat, in afwijking van het in het eerste lid bepaalde, tevens voor plaatsing in een z.b.b.i. in aanmerking kunnen komen, gedetineerden ten aanzien van wie een
door de selectiefunctionaris akkoord bevonden voorstel voor deelname aan een p.p. aanwezig is. Het verblijf in de z.b.b.i. direct voorafgaande aan de plaatsing in het p.p. duurt maximaal zes maanden. (wijziging van de Regeling met ingang van 1 maart
2014, Stcrt. 2014, nr. 4617).

4.4. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 2000,176) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rol speelt. Indicator
bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve hechtenis, incidenteel verlof,
strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en achtergrond van het gepleegde delict en de
persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.5. Klager heeft zich van 10 juni 2011 tot in 30 juni 2011 aan zijn detentie onttrokken ten tijde van een p.p. en in deze periode een ernstig strafbaar feit gepleegd. De Reclassering schat zowel het recidiverisico als het risico op het onttrekken
aan voorwaarden hoog in, er bestaat de kans op letselschade voor willekeurige personen en het OM adviseert negatief omtrent plaatsing van klager in een z.b.b.i. met aansluitend deelname aan een p.p. Gelet hierop kan de beslissing van de
selectiefunctionaris, ondanks een positief selectieadvies van de locatie Zuyder Bos, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van I.J.M.W. van der Sanden, secretaris, op 28 augustus 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven