nummer: 14/2597/GA
betreft: [klager] datum: 15 oktober 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 9 juli 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Sittard,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 19 september 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, is gehoord de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Sittard, [...]. Als toehoorder was aanwezig mevrouw mr. C.M. van der
Bas, lid van de Raad.
Klager en zijn raadsvrouw mr. G. Biesmans hebben laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de onveilige werksituatie op de werkzaal.
De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op de ‘drukkerij’ wordt met een slijptol gegalvaniseerd staal afgeslepen. Hierbij komen giftige dampen vrij. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd in een
onvoldoende geventileerde ruimte. Bovendien krijgen de gedetineerden die op de ‘drukkerij’ werkzaam zijn, maar niet met een slijptol werken, geen adembeschermende middelen aangeboden. Klager is ruim drie weken blootgesteld geweest aan giftige dampen.
Kort na het indienen van de klacht zijn de ‘slijpwerkzaamheden’ verplaatst naar een andere, wel geventileerde ruimte. In dit licht bezien bevreemdt het klager dat zijn beklag ongegrond is verklaard.
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De ‘drukkerij’ is een grote werkzaal. In de hoek van die werkzaal vonden de slijpwerkzaamheden plaats. Er wordt met een kleine, niet-krachtige
slijptol gewerkt en bij die werkzaamheden komen geen vonken of giftige dampen vrij. Aan alle gedetineerden op de werkzaal wordt gehoorbescherming aangeboden. De gedetineerden die werken met de slijptol krijgen daarnaast adembeschermende middelen. Het
is, gelet op de aard van de werkzaamheden, niet nodig de gedetineerden die niet met een slijptol werken adembeschermende middelen aan te bieden. De arbeidsinspectie houdt toezicht op de arbeidsomstandigheden voor gedetineerden en controleert de
arbeidszalen. Bij de directeur is niet bekend dat klager heeft verzocht om ten aanzien van hem specifieke maatregelen te nemen. Er is geen medische indicatie op grond waarvan aan klager speciale bescherming moet worden aangeboden. Het is correct dat de
slijpwerkzaamheden zijn verplaatst naar een andere ruimte, maar hieraan liggen geen veiligheidsoverwegingen ten grondslag.
3. De beoordeling
Het beklag betreft in algemene zin de – volgens klager onveilige – arbeidsomstandigheden op de werkzaal. Klager heeft zich niet eerst met een verzoek tot onderzoek of tot het treffen van enige voorziening tot de directeur gericht. Er is derhalve geen
sprake van een door of namens de directeur jegens klager genomen beslissing, waartegen op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw, beklag open staat. Ten overvloede wijst de beroepscommissie er op dat op de arbeidsomstandigheden in penitentiaire
inrichtingen, zoals de directeur ter zitting heeft verklaard, ook extern toezicht plaatsvindt. Mitsdien zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. P.A.M. Mevis en J.M.L. Pattijn MSM, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 15 oktober 2014
secretaris voorzitter