Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2693/GA, 14 oktober 2014, beroep
Uitspraakdatum:14-10-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/2693/GA

betreft: [klager] datum: 14 oktober 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 15 juli 2014 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Almere in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 20,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende een disciplinaire straf van vier dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens het beschadigen van de
(cel)inventaris en de vondst van een gedemonteerd scheermesje.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat hij de ten onrechte opgelegde disciplinaire straf als zwaar heeft ervaren. Klager verzoekt de toegekende tegemoetkoming met € 30,= te verhogen.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. De toegekende tegemoetkoming is conform de ‘standaardbedragen tegemoetkomingen’.

3. De beoordeling
De beroepscommissie kan zich, gelet op de aard van het gegrondverklaarde beklag en de door de beroepscommissie in soortgelijke gevallen toegekende tegemoetkoming – namelijk € 7,50 per dag dat een gedetineerde ten onrechte een disciplinaire straf van
opsluiting in eigen cel heeft ondergaan – niet verenigen met de door de beklagcommissie toegekende tegemoetkoming van € 20,=. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk €
30,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 30,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van R. Boerhof, secretaris, op 14 oktober 2014

secretaris voorzitter

Naar boven