Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/1281/GA, 20 september 2002, beroep
Uitspraakdatum:20-09-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/1281/GA

betreft: [klager] datum: 20 september 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 24 juni 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.Serrarens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 8 juni 2002 van de alleensprekende beklagrechter bij de Extra Beveiligde Inrichtingen (EBI) Nieuw Vosseveld te Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 augustus 2002, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught te Vught, zijn gehoord klagers raadsvrouw, mr. J. Serrarens, en de heer [...], waarnemend unit-directeur van de EBI.
Klager, die is uitgeleverd aan de Verenigde Staten, is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
1. het voortijdig beëindigen van het bezoek van klagers vader;
2. een disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel voor de duur van 4 dagen, wegens het gebruik van contrabande door klagers bezoeker en het gegeven dat klager niet heeft gecommuniceerd in de volgens de regelgeving toegestanetaal;
3. de beslissing klagers vader voor een periode van 6 weken de toegang tot de inrichting te ontzeggen.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Niets wijst erop dat klager schuldig is aan de betreffende gedragingen. Het is zijn vader geweest die zich niet heeft gedragen conform de regels van de EBI. Het klopt dat zijn vader een pen en blocnote bij zich had, dat hij zichoverigens zou hebben misdragen bestrijdt klager. Het is onredelijk dat klager wordt gestraft voor de gedragingen van zijn bezoeker. De straf is buiten proporties. De rapportages zijn vaag, er staat bijvoorbeeld niet in wie deniet-Europese taal heeft gebezigd en ook niet dat dit Arabisch was.

Klager heeft het beroep niet toegelicht.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De straf is opgelegd op grond van de rapportage en de gang van zaken bij het horen. Klager was niet voor rede vatbaar en heeft zich erg agressief gedragen. Tijdens het bezoek bleek klagers vader een pen en blocnote bij zich tehebben. Klager en zijn vader zijn er toen eerst op gewezen dat deze spullen niet waren toegestaan, daarna zijn ze ingenomen. Enige tijd daarna werd een opmerking gemaakt in de Arabische taal. Hiervoor is klager gewaarschuwd. Toenwerd geconstateerd dat klagers vader meerdere malen op een non-verbale manier met klager communiceerde zodat klager kon liplezen, is het bezoek afgebroken. Klager heeft een disciplinaire straf gekregen en zijn vader is voor de duurvan 6 weken de toegang tot de inrichting ontzegd. Dit is als maatregel bedoeld. De bezoeker krijgt een brief en de gedetineerde krijgt hiervan een kopie.

3. De beoordeling
In zijn algemeenheid kan niet volgehouden worden dat een gedetineerde verantwoordelijk is te houden voor de gedragingen van zijn bezoek. In het onderhavige geval is echter sprake van een cumulatie van misdragingen gedurende hetbezoek, waarvoor klager mede verantwoordelijk gehouden kan worden. De beslissingen tot het voortijdig beëindigen van het bezoek, de oplegging van de disciplinaire straf aan klager en de ontzegging van de toegang tot de inrichtingaan zijn vader, zijn derhalve niet in strijd met de wet en kunnen evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal worden bevestigd metaanvulling van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en drs. M.S.H. Ridder-Padt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 20 september 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven