nummer: 14/3097/GA
betreft: [klager] datum: 3 oktober 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.D. van Elst, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 11 augustus 2014 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen aan den Rijn,
alsmede van de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De beoordeling
De uitspraak waarvan beroep is op 11 augustus 2014 mondeling medegedeeld aan klager en de directeur. Het beroepschrift dateert van 27 augustus 2014 en is op het secretariaat van de Raad ontvangen op 27 augustus 2014.
Ingevolge artikel 69, eerste lid, Pbw moet het met redenen omklede beroepschrift uiterlijk op de zevende dag na die van de ontvangst van het afschrift van de uitspraak onderscheidenlijk na die van de mondelinge mededeling van de uitspraak worden
ingediend.
De raadsvrouw voert in het beroepschrift aan dat zij wegens een blessure twee weken niet heeft kunnen werken. Om die reden verzoekt zij de Raad het beroep alsnog in behandeling te nemen.
De Pbw kent ten aanzien van de beroepstermijn niet de mogelijkheid van een verschoonbare overschrijding zoals ten aanzien van de beklagtermijn. Bovendien geeft de wet de raadsvrouw geen zelfstandige beroepstermijn.
Klager heeft, gelet op het vorenstaande, niet tijdig beroep ingesteld.
2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van C.R.M. Piederiet, secretaris, op 3 oktober 2014
secretaris voorzitter