Nummer: 14/4009/GB
Betreft: [klager] datum: 6 november 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L. van Dinter, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 22 oktober 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich 10 november 2014 te melden in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein ongegrond verklaard.
2. De feiten
Op 10 oktober 2014 is klager opgeroepen zich op 10 november 2014 te melden in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein voor het ondergaan van 15 dagen gevangenisstraf. Op 13 oktober 2014 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 22 oktober
2014 ongegrond is verklaard.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager stelt dat hij alle boetes van het CJIB reeds heeft voldaan. Klager is profvoetballer. Het ondergaan van 15 dagen gevangenisstraf kan klagers reputatie en voetbalcarrière schaden. De
bestreden beslissing is disproportioneel. Klager verdient zijn brood met voetballen. De onderhandelingen met één voetbalclub zijn door de zaakwaarnemer van klager met succes afgerond. Klager loopt inmiddels stage bij een voetbalclub in Engeland hetgeen
kan resulteren in een contract. De stage kan worden beëindigd wanneer de voetbalclub hoort van de gevangenisstraf. Klager wil graag uitstel van melden van de tenuitvoerlegging van de aan hem opgelegde gevangenisstraf tot de zomer van 2015 zodat hij
zijn
baan niet zal kwijtraken.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Voorop staat dat de gevolgen van een vrijheidsstraf voor rekening en risico zijn van de veroordeelde. Het feit dat klager een voetbalcarrière heeft maakt dat niet
anders. Klager heeft onvoldoende onderbouwd dat er daadwerkelijk sprake is van onderhandelingen in het kader van een transfer en dat deze onderhandelingen zouden worden gestaakt wanneer een toekomstige club zou horen dat klager een gevangenisstraf
opgelegd heeft gekregen.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Nieuwegein is een inrichting voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Voorop moet worden gesteld dat er gelet op de overgelegde stukken geen twijfel bestaat over de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de 15 dagen gevangenisstraf. Dat klager een profvoetballer is, die stage loopt bij een club in Engeland en het
zich
niet kan veroorloven om 15 dagen gevangenisstraf te ondergaan, omdat dit zijn reputatie zou schaden en een mogelijke arbeidsovereenkomst met voornoemde voetbalclub in de weg zou staan, past niet binnen het geldende beleid waar het betreft het verlenen
van uitstel inzake de tenuitvoerlegging van vonnissen. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 6 november 2014
secretaris voorzitter