Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4002/GB, 4 november 2014, beroep
Uitspraakdatum:04-11-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/4002/GB

Betreft: [klaagster] datum: 4 november 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.J.C. Asselbergs, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 20 oktober 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klaagster gericht tegen de oproep zich op 4 november 2014 te melden in de gevangenis van de locatie Ter Peel te Sevenum ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 7 oktober 2014 is klaagster opgeroepen zich op 4 november 2014 te melden in de gevangenis van de locatie Ter Peel voor het ondergaan van 236 dagen gevangenisstraf. Op 13 oktober 2014 heeft klaagster hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 20
oktober 2014 ongegrond is verklaard. In verband met de afdoening van het beroep is de dag waarop klaagster zich dient te melden thans gesteld op 6 november 2014.

3. De standpunten
3.1. Namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht.
Klaagster was zich er van bewust dat zij een gevangenisstraf moest ondergaan, maar wilde haar leven alsnog zo normaal mogelijk leiden. Zij was niet met haar zwangerschap uit op uitstel van het ondergaan van detentie. Klaagster kon niet voorzien dat zij
juist op dit tijdstip zou worden opgeroepen, nu zij zwanger is. Klaagster heeft er kennis van genomen dat zij van haar kind kan bevallen terwijl zij in detentie verblijft, namelijk in het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg van de locatie
Scheveningen. Hierdoor wordt haar straf onevenredig verzwaard voor zowel haarzelf als voor haar partner en familie die in Brabant wonen. Klaagster verzoekt om uitstel van de tenuitvoerlegging van de aan haar opgelegde gevangenisstraf.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Voorop staat dat de gevolgen van een vrijheidsstraf voor rekening en risico zijn van de veroordeelde. Het feit dat klaagster in verwachting is, maakt dit in beginsel niet anders. Ten aanzien van de zorg die klaagster draagt voor haar tweejarige dochter
is het voor te stellen dat zorg overdragen moeilijk is. Echter gelet op het aantal dagen die klaagster dient uit te zitten, zullen er langdurige maatregelen getroffen moeten worden.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Ter Peel is een gevangenis voor vrouwen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Klaagster is sinds 14 november 2012 bekend met
het feit dat zij een gevangenisstraf moet ondergaan. De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat klaagster voldoende gelegenheid heeft gehad om te anticiperen op de aankomende detentie. De zwangerschap en de aanstaande bevalling van klaagster staan
aan de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf niet in de weg. De inrichting is daarvoor uitgerust. Met uitstel van de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf zal de situatie rondom klaagster en haar kinderen niet opgelost worden, omdat ook dan
sprake
zal zijn van eenzelfde situatie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van I.C.E. Spierings, secretaris, op 4 november 2014

secretaris voorzitter

Naar boven