Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2385/GA, 30 oktober 2014, beroep
Uitspraakdatum:30-10-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/2385/GA

betreft: (klager) datum: 30 oktober 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. Serrarens, namens

(...), verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 7 juli 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie De Schie te Rotterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 oktober 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, is gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J. Serrarens.
De directeur van de locatie De Schie heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen, maar telefonisch bereikbaar te zijn

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het ondanks toezegging namens de directeur achterwege blijven van enige maatregel in verband met klagers verzoek om bijzondere redenen voor het binnentreden van de cel te kloppen.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft het personeel vaak netjes gevraagd om te kloppen voordat ze zijn cel binnenkomen. Toen de situatie niet veranderde is hij met zijn probleem naar het afdelingshoofd gegaan. Het afdelingshoofd zegde toe om het personeel erop te attenderen om
te kloppen voordat ze zijn cel zouden binnengaan. Dit heeft het afdelingshoofd in een mailbericht gedaan en klager heeft dat mailbericht gelezen. Het heeft echter niet tot een verbetering geleid en er werden zelfs grapjes gemaakt door het personeel.
Klager heeft over zijn probleem gesproken met de dokter en de psycholoog. Ze zeggen dat ze het probleem begrijpen maar dat ze niets voor hem kunnen doen. Hij moet het probleem zelf aankaarten bij het afdelingshoofd. Klager heeft een diagnose voor PTTS
en is daarvoor behandeld bij De Waag. Hij heeft nu nog om de 14 dagen contact met De Waag. Klager zal altijd klachten blijven houden en daar moet hij mee leren leven. Hij schrikt elke dag. Als het personeel de celdeur opendoet wordt eerst de sleutel in
het slot gestoken en daarna wordt de deur opengetrokken. Los van de diagnose is het ook een kwestie van fatsoen om te kloppen voordat je iemands verblijfsruimte binnenkomt.
De inbreuk die op klagers privacy wordt gemaakt is onnodig en staat op gespannen voet met het beginsel van minimale beperkingen. Hij vormt geen veiligheidsrisico en er is dan ook geen rechtvaardiging voor het zomaar binnenlopen in zijn cel.

De directeur heeft hierop niet gereageerd.

3. De beoordeling
Klager heeft gesteld en dit is niet weersproken, dat hij het afdelingshoofd het verzoek heeft gedaan om ervoor te zorgen dat het personeel klopt voordat ze zijn cel binnenkomen. Het afdelingshoofd heeft toegezegd het personeel hierop te attenderen en
zou dit via een mailbericht, dat klager heeft gelezen, hebben gedaan. Gelet hierop is sprake van een namens de directeur genomen beslissing waartegen op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw beklag kan worden ingesteld. Het beroep is derhalve
gegrond, de uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd en klager zal alsnog ontvankelijk in zijn beklag worden verklaard.
Nu de beroepscommissie niet is gebleken dat naar aanleiding van klagers verzoek aan het afdelingshoofd enige actie is ondernomen en de situatie van klager, zoals hij onweersproken stelt, niet is gewijzigd, is het beklag gegrond. De beroepscommissie zal
de directeur opdragen een nieuwe beslissing te nemen op klagers verzoek om het personeel te laten kloppen voordat ze zijn cel binnenkomen. Gelet hierop zijn er geen termen aanwezig om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij draagt de directeur op een nieuwe beslissing te nemen met
inachtneming van haar uitspraak binnen twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. H.G. van de Bunt en dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 30 oktober 2014

secretaris voorzitter

Naar boven