Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2521/GA, 22 oktober 2014, beroep
Uitspraakdatum:22-10-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/2521/GA

betreft: [klager] datum: 22 oktober 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 24 juni 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het feit dat de mededeling disciplinaire straf te laat is uitgereikt.

De beklagrechter heeft het beklag kennelijk ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft aangegeven dat en waarom hij het niet eens is met de uitspraak van de beklagrechter.
De directeur heeft een afschrift van de mededeling disciplinaire straf en het onderliggende verslag overgelegd.

3. De beoordeling
Ingevolge artikel 58, lid 1, van de Pbw, reikt de directeur een schriftelijke mededeling van onder meer een disciplinaire straf onverwijld uit aan de gedetineerde. De beroepscommissie heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat met het begrip
‘onverwijld’ in beginsel moet worden uitgegaan van een uitreiking binnen 24 uur nadat de directeur die beslissing heeft genomen. In dit geval is de bestreden beslissing genomen op 14 juni 2014 om 14.15 uur en is de mededeling daarvan aan klager
uitgereikt op 14 juni 2014 om 17.00 uur. De mededeling is dus binnen 24 uur aan klager uitgereikt. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard.
De beklagrechter heeft overigens in zijn uitspraak vermeld dat de straf is opgelegd op 16 juni 2014 en op dezelfde dag eveneens de mededeling is uitgereikt. Dit is niet juist. De beroepscommissie beslist mede daarom als volgt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met verbetering van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op

secretaris voorzitter

Naar boven