Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3824/STA, 17 oktober 2014, schorsing
Uitspraakdatum:17-10-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/3824/STA

betreft: [verzoeker] datum: 17 oktober 2014

De voorzitter van de beroepscommissie uit de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder de inrichting te noemen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 64 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van het hoofd van de inrichting, inhoudende de (voortdurende) weigering
een tolk voor een telefoongesprek van verzoeker met zijn moeder te regelen.

De voorzitter heeft in een vorig schorsingsverzoek van verzoeker met kenmerk nummer 14/3698/STA kennisgenomen van de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie bij de inrichting van 8 oktober 2014 dat geen klaagschrift was ontvangen en dat het
verzoekschrift als klaagschrift is aangemerkt.

1. De beoordeling
De voorzitter overweegt dat op 10 oktober 2014 eerder op een identiek verzoek van verzoeker is beslist. Het eerdere verzoek is op die datum door de voorzitter afgewezen. Verzoeker is namelijk niet gebaat is bij een enkele beslissing tot schorsing,
omdat dit niet kan leiden tot de door verzoeker gewenste situatie, namelijk dat een tolk voor een gesprek met zijn moeder wordt geregeld. Daarvoor zou tevens nodig zijn dat de voorzitter een beslissing als bedoeld in artikel 66, derde lid, Bvt zou
nemen. Die bevoegdheid komt de voorzitter in het kader van de schorsingsprocedure niet toe.
In de eerdere uitspraak van 17 oktober 2014 in 14/3801/STA is overwogen dat door verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden waren vermeld. Ook in het onderhavige schorsingsverzoek is dit niet het geval. De wet voorziet niet in een heroverweging van
eenmaal genomen schorsingsbeslissing. (onder meer uitspraak voorzitter met kenmerk nummer 04/1898/STA d.d. 20 augustus 2004).Verzoeker kan derhalve niet worden ontvangen in het verzoek.
Ten overvloede merkt de voorzitter op dat verzoeker in ruim een week tijd drie keer over hetzelfde onderwerp, de (voortdurende) weigering om een tolk te regelen voor een telefoongesprek van verzoeker met zijn moeder, een schorsingsverzoek heeft
ingediend. Deze schorsingsverzoeken zijn afgewezen dan wel is verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. Zelfs indien verzoeker nieuwe feiten en omstandigheden aan zou voeren, zal een schorsingsverzoek niet kunnen leiden tot het resultaat
dat verzoeker graag ziet, omdat de voorzitter niet bevoegd is een beslissing te nemen in het kader van de schorsingsprocedure die er toe leidt dat het hoofd van de inrichting een tolk moet regelen voor een telefoongesprek tussen verzoeker en zijn
moeder. Dit zo zijnde zal de voorzitter het voortdurend indienen van schorsingsverzoeken over dit specifieke onderwerp opvatten als misbruik van het schorsingsrecht en zullen deze verzoeken niet meer in behandeling worden genomen.

2. De uitspraak
De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek.

Aldus gegeven door mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 17 oktober 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven