Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2676/GB, 7 oktober 2014, beroep
Uitspraakdatum:07-10-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/2676/GB

Betreft: [klager] datum: 7 oktober 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 juli 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot deelname aan een penitentiair programma (p.p.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 19 december 2013 gedetineerd. Hij verblijft in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) Scheveningen te Den Haag.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft geen verstrooide realiteitsstoornis, schizofrenie of gedragskundige problematiek die voortkomt uit een geestesziekte. Hij hoort dan ook niet in een PPC en gaat ook niet naar een kliniek. Klager heeft aan de rechter zijn medisch dossier
overhandigd waarin staat dat hij niet in aanmerking komt voor een begeleide woonvorm.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager verblijft in de PPC op een crisisafdeling. Klager moet, om voor detentiefasering in aanmerking te komen, van onbesproken gedrag zijn. Uit het selectieadvies blijkt dat klager meerdere rapporten heeft gekregen: een rapport in verband met fysieke
agressie naar een medegedetineerde en een rapport wegens betrokkenheid bij een vechtpartij. Ook is er tijdens een celcontrole een zelfgemaakt steekwapen gevonden in klagers cel. Klager heeft op verschillende afdelingen in het PPC verbleven en op alle
afdelingen zijn problemen ontstaan. Het kost het personeel veel moeite en energie klager af te remmen in zijn verhalen en hem te sturen in het gesprek. Klager komt wisselend zijn afspraken na, omdat hij de zaken niet altijd goed begrijpt. Gezien
klagers
gedrag komt hij (nog) niet in aanmerking voor detentiefasering. Klager heeft een duidelijk gestructureerde omgeving nodig. Binnen de inrichting worden de mogelijkheden onderzocht voor een klinische opname van klager in een GGZ-instelling. Uit de
overgelegde stukken blijkt niet dat klager wil meewerken aan een betalingsregeling voor de openstaande boetes, wat een voorwaarde is om in aanmerking te komen voor detentiefasering.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking
dat klager de gestelde psychische diagnose niet erkent en hulp weigert. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van I.C.E. Spierings, secretaris, op 7 oktober 2014

secretaris voorzitter

Naar boven