Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0293/SGA, 5 februari 2014, schorsing
Uitspraakdatum:05-02-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 14/293/SGA
Betreft : (verzoeker) datum: 5 februari 2014

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

(..), verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Grave.

Verzoeker vraagt - zo verstaat de voorzitter - om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 28 januari 2014, inhoudende de
verlenging met veertien dagen van een eerder, te weten op 13 januari 2014, opgelegde ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel, met dien verstande dat verzoeker indien hij voor geluidsoverlast zorgt gedurende de nachtelijke uren
op de observatie geplaatst kan worden. In dat geval zal verzoeker om 20.00 uur naar de observatiecel gaan en voor aanvang dagprogramma naar eigen cel terugkeren. De verlenging is ingegaan op 28 januari 2014 om 09.30 uur en zal eindigen op 11 februari
2014 om 09.30 uur.

De voorzitter heeft kennisgenomen van het klaagschrift van 31 januari 2014 en van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 4 februari 2014.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval. Uit de mededeling van de bestreden beslissing blijkt dat klager voorafgaand aan het nemen van die beslissing niet is gehoord. Nu dat horen op grond van
artikel 57 van de Pbw verplicht is voorgeschreven bij een beslissing als de onderhavige, is die beslissing genomen in strijd met de wet en komt de tenuitvoerlegging daarvan voor schorsing in aanmerking. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang, tot het moment dat de beklagcommissie op het klaagschrift zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 5 februari 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven