Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2696/SGA, 5 augustus 2014, schorsing
Uitspraakdatum:05-08-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 14/2696/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 5 augustus 2014

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. H. Gaasbeek, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Tafelbergweg te Amsterdam.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie van 25 juli 2014, inhoudende de terugplaatsing van verzoeker vanuit FPA
Roosenburg naar de locatie Tafelbergweg.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van verzoekers raadsman,
mr. H. Gaasbeek, van 29 juli 2014 en 4 augustus 2014 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 4 augustus 2014. Uit (telefonische) navraag bij de secretaris van de beklagcommissie bij de locatie Tafelbergweg is naar voren gekomen
dat het door de raadsman ingediende bezwaarschrift van
29 juli 2014 zal worden aangemerkt als een klaagschrift in de zin van artikel 61 van de Pbw.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Op grond van artikel 44m, eerste lid, van de Penitentiaire maatregel kan de selectiefunctionaris, indien een gedetineerde niet of niet meer in staat of bereid is deel te nemen aan het ISD-programma in de laatste fase buiten de inrichting dan wel te
voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden, op de grondslag van een advies van de directeur de gedetineerde terugplaatsen in de inrichting.

Uit de overgelegde stukken volgt dat verzoeker op 20 november 2013, in het kader van de extramurale fase van zijn ISD-maatregel, is geplaatst in FPA Roosenburg. Bij beslissing van 25 juli 2014 is verzoeker teruggeplaatst naar de locatie Tafelbergweg.
Deze beslissing is – zo blijkt uit de ‘beschikking definitieve terugplaatsing’ – genomen door de directeur. Gelet op het vorenstaande komt de voorzitter tot het voorlopig oordeel dat de beslissing tot terugplaatsing van verzoeker onbevoegd is genomen.
Reeds om deze reden ziet de voorzitter aanleiding voor de toewijzing van het schorsingsverzoek.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang, tot het moment dat de beklagcommissie op het beklag zal hebben beslist.
Aldus gedaan door mr. J.D. den Hartog, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 5 augustus 2014

secretaris voorzitter

Naar boven