Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2224/GB, 19 september 2014, beroep
Uitspraakdatum:19-09-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/2224/GB

Betreft: [klager] datum: 19 september 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.N.G.M. Starmans, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 juni 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Esserheem te Veenhuizen afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 5 augustus 2009 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Nieuwegein.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De selectiefunctionaris heeft een onbehoorlijke belangenafweging gemaakt. De directeur van de p.i. Nieuwegein adviseert positief omtrent klagers verzoek tot overplaatsing en klager voldoet aan
de
gestelde eisen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klagers vestigingsadres is in Nieuwegein en zijn bezoek is afkomstig uit de regio Utrecht. Klager is destijds op eigen verzoek in de p.i. Nieuwegein geplaatst in verband met zijn bezoek. Klager is eerder uit de locatie Norgerhaven te Veenhuizen
weggeplaatst in verband met het vermoeden van mogelijk voorbereiden van een desertiepoging en de mogelijke invoer van contrabande (wapen met geluidsdemper en explosieven). Klager is naar aanleiding hiervan niet meer welkom in de p.i. Veenhuizen.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling) worden gedetineerden die zijn veroordeeld tot een gevangenisstraf, in een gevangenis in het arrondissement van vestiging
geplaatst tenzij een belang als bedoeld in artikel 36, vierde lid, van de Pbw zich daartegen verzet. Indien in het arrondissement geen gevangenis is aangewezen, dan wel geen plaats in een gevangenis in het desbetreffende arrondissement beschikbaar is,
dan wordt de gedetineerde in een gevangenis in een aanpalend arrondissement geplaatst. Ten aanzien van plaatsing in een gevangenis wordt een volgorde gehanteerd, waarbij gedetineerden die verblijven in het plusprogramma, voorrang krijgen boven
gedetineerden die verblijven in het basisprogramma.

4.2. Het regionaliseringbeleid als bedoeld in artikel 25, zevende lid, van de Regeling is van toepassing. Klager is veroordeeld tot een gevangenisstraf en dient gelet op voormeld artikel 25, zevende lid, van de Regeling in beginsel in een gevangenis
te worden geplaatst in het arrondissement van vestiging. Klagers vestigingsplaats is Nieuwegein. Hij is thans gedetineerd in het arrondissement van vestiging. Door klager zijn geen zwaarwegende redenen aangevoerd waarom hij overgeplaatst dient te
worden
naar de locatie Esserheem. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat klager niet welkom is in de p.i. Veenhuizen in verband met een incident dat aldaar heeft plaatsgevonden ten tijde van klagers detentie in Veenhuizen. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van I.C.E. Spierings, secretaris, op 19 september 2014

secretaris voorzitter

Naar boven