Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2960/GB, 26 augustus 2014, beroep
Uitspraakdatum:26-08-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/2960/GB

Betreft: [klager] datum: 26 augustus 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W.R. Smeets, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 augustus 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich 1 september te melden in de locatie Sittard van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Limburg-Zuid ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 11 augustus 2014 is klager opgeroepen zich op 1 september 2014 te melden in de locatie Sittard van de p.i. Limburg-Zuid voor het ondergaan van 630 dagen gevangenisstraf. Op 13 augustus 2014 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op
15 augustus 2014 ongegrond is verklaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wil uitstel van executie van de aan hem opgelegde vrijheidsstraf tot maart 2015. Klager is sinds 2008 werkzaam bij een kantoor als enige belastingadviseur. Klagers werkgever moet een
vervanger voor klager vinden. Klagers werkgever was vanaf het begin van klagers indiensttreding van zijn rechtszaak op de hoogte en is bereid om bij het aantrekken van een vervanger met klager rekening te houden met eventuele mogelijkheden om klager in
dienst te houden. Het vinden van een geschikte vervanger en het inwerken daarvan zal in totaal zo’n acht maanden in beslag nemen. Bij klagers jongste zoon is epilepsie geconstateerd. Ook heeft hij last van nachtmerries. Onbekend is door welke
traumatische ervaring dit is ontstaan. Hij zal de komende maanden diverse onderzoeken ondergaan. Het eerste onderzoek
zal plaatsvinden op 9 september 2014. Een nieuwe traumatische ervaring van het ondergaan van een vrijheidsstraf door klager zal slecht zijn voor de gezondheid van klagers zoontje.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. De gevolgen van een vrijheidsstraf komen voor rekening en risico van de veroordeelde. Om deze reden, en om de capaciteit binnen het gevangeniswezen zo efficiënt
mogelijk
te benutten, kan er slechts bij uitzonderlijke omstandigheden uitstel worden verleend. Voorop staat de noodzaak tot tenuitvoerlegging. Klager heeft op 7 augustus 2014 verklaard schriftelijk gevolg te zullen geven aan een oproep tot melden. Er is geen
aanleiding om uitstel te verlenen. De belangen van klagers werkgever zijn ondergeschikt aan de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de aan klager opgelegde vrijheidsstraf. Klagers werkgever was sinds klagers indiensttreding van klagers rechtszaak op de
hoogte. Sinds 8 april 2014 is er sprake van een onherroepelijke veroordeling. Klager en zijn werkgever zijn tijdig en voldoende in de gelegenheid geweest om maatregelen en voorzieningen te treffen om de consequenties van de aanstaande detentie op te
vangen. Ook hetgeen door klager is aangevoerd omtrent zijn zoontje is geen reden om uitstel te verlenen. Klager kan bij de directeur van de locatie Sittard een verzoek tot vrijheden in het kader van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting
indienen.

4. De beoordeling
4.1. De locatie Sittard van de p.i. Limburg-Zuid is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager verzoekt om uitstel van de melddatum tot maart 2015 vanwege gezinsproblematiek en werk gerelateerde problematiek. Op 28 september 2012 is klager door het Hof te Den Bosch veroordeeld tot een gevangenisstraf van 630 dagen. Klager diende
er
vanaf dat moment rekening mee te houden dat de opgelegde vrijheidsstraf op enig moment ten uitvoer zou worden gelegd. Klager heeft op 7 augustus 2014 schriftelijk verklaard gevolg te zullen geven aan een oproep zich te melden voor het ondergaan van de
vrijheidsstraf. De beroepscommissie is van oordeel dat klager voldoende gelegenheid heeft gehad om te anticiperen op zijn aankomende detentie. De gevolgen van een vrijheidsstraf komen immers voor rekening en risico van de veroordeelde. Dat de werkgever
heeft aangegeven nu zo snel mogelijk een vervanger voor klager te moeten aantrekken en dus geen rekening meer kan houden met een eventuele terugkeer van klager maakt dit, mede ook gelet op de duur van de opgelegde straf, niet anders. Voorop staat dat
het inherent is aan het ondergaan van een vrijheidsstraf dat dat van invloed is op het leven van naaste familieleden van degene die de straf ondergaat. Voor wat betreft de onderzoeken die zijn zoontje dient te ondergaan zijn er gedurende detentie
mogelijkheden om in bijzondere gevallen tijdelijk de inrichting te kunnen verlaten. Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende
belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

14/2960/GB
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 26 augustus 2014

secretaris voorzitter

Naar boven