Nummer: 14/2993/GB
Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door [gemachtigde], namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 12 augustus 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 26 augustus 2014 te melden in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht ongegrond verklaard.
2. De feiten
Op 30 juli 2014 is klager opgeroepen zich op 26 augustus 2014 te melden in de gevangenis van de p.i. Dordrecht voor het ondergaan van 14 dagen principale hechtenis. Op 4 augustus 2014 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 12
augustus 2014 ongegrond is verklaard.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager lijdt sinds januari 2013 aan verschillende medische aandoeningen waarvoor hij onder behandeling staat van zijn huisarts en verschillende afdelingen van PSYQ. Klager stelt dat de door hem
gemaakte vooruitgang door detentie teniet zal worden gedaan. Hij verwijst hierbij naar een brief van zijn huisarts die stelt dat het vanwege het risico op verslechtering van zijn psychische gezondheid onverstandig is klager detentie te laten ondergaan.
Het is voor klagers herstel van belang dat hij in een vertrouwde omgeving verblijft en een structurele dagindeling heeft. Klager stelt zich op het standpunt dat hij onvoldoende de tijd heeft gekregen om na ontvangst van de beslissing op bezwaar
juridisch advies in te winnen omtrent zijn medische situatie. Hij was alleen op 18 augustus 2014 in de gelegenheid om met specialisten te bellen aangezien het beroepschrift op 19 augustus 2014 ingediend diende te zijn. Klager heeft – in verband met
zijn
gezondheidsklachten – niet kunnen verdedigen dat aan hem een ander soort straf opgelegd dient te worden. Klager verzoekt tot oplegging van een ander soort straf dan wel uitstel van zijn meldplicht tot zijn gezondheid is verbeterd.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Naar aanleiding van een verzoek tot uitstel d.d. 6 mei 2014 omtrent een eerdere oproep tot melden, heeft de selectiefunctionaris het Bureau Individuele Medische
Advisering (BIMA) om advies gevraagd omtrent klagers detentiegeschiktheid. Op 30 juli 2014 heeft het BIMA verklaard dat klager detentiegeschikt is. Naar aanleiding daarvan heeft de selectiefunctionaris klager op 30 juli 2014 opgeroepen zich op 26
augustus 2014 te melden in de gevangenis van de p.i. Dordrecht.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Dordrecht is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Klager heeft verzocht om uitstel van zijn meldplicht tot zijn gezondheid is verbeterd. Gelet op het advies van het BIMA, waarin gesteld wordt dat klager detentiegeschikt is, kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de
selectiefunctionaris dan ook, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van I.J.M.W. van der Sanden, secretaris, op 25 augustus 2014.
secretaris voorzitter