Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2332/SGA, 11 juli 2014, schorsing
Uitspraakdatum:11-07-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 14/2332/SGA
Betreft : (verzoeker) datum: 11 juli 2014

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. R.M.G. Sussenbach, namens

(...), verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 2 juli 2014, inhoudende het per 2 juli 2014 terugplaatsen van
verzoeker vanuit het plusprogramma naar het basisprogramma (degradatie) in verband met het vertonen van “dit kan beter (oranje)’ of ‘ongewenst (rood)’ gedrag, te weten het opgelegd krijgen van een disciplinaire straf wegens het tijdens een spitactie
constateren dat verzoeker een telefoon in het toilet deponeerde.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 7 juli 2014 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 11 juli 2014.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Uit de inlichtingen van de directeur wordt voldoende aannemelijk dat verzoeker contrabande door het toilet heeft gespoeld en dat hij daarvoor
disciplinair is gestraft. Dat gedrag van verzoeker kan worden bestempeld als zogenaamd ‘rood’ gedrag. Gelet daarop kon de directeur – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – in redelijkheid beslissen verzoeker vanuit het plusprogramma terug te
plaatsen naar het basisprogramma. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 11 juli 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven