Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2338/GB, 11 juli 2014, beroep
Uitspraakdatum:11-07-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/2338/GB

Betreft: [klager] datum: 11 juli 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 juni 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 14 juli 2014 te melden in de gevangenis van de locatie Sittard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 19 juni 2014 is klager opgeroepen zich op 14 juli 2014 te melden in de gevangenis van de locatie Sittard voor het ondergaan van 14 dagen gevangenisstraf. Op 24 juni 2014 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 25 juni 2014
ongegrond is verklaard.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep als volgt toegelicht. Hij heeft recentelijk een baan gevonden en zit momenteel nog in zijn proeftijd. Als klager zich 14 juli 2014 moet melden, verliest hij zijn baan. Hij verzoekt daarom om twee weken uitstel van zijn
meldplicht.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Voorop moet worden gesteld dat de gevolgen van een vrijheidsstraf voor rekening en risico komen van de veroordeelde. Om deze reden, en om de capaciteit binnen het
gevangeniswezen zo efficiënt mogelijk te benutten, is de selectiefunctionaris slechts in uitzonderlijke omstandigheden bereid om uitstel te verlenen. Voorop staat de noodzaak tot tenuitvoerlegging. Op 27 mei 2014 heeft klager schriftelijk verklaard
gevolg te zullen geven aan een oproep zich te melden. In het verlengde daarvan heeft klager op 19 juni 2014 een oproep ontvangen om zich op 14 juli 2014 te melden. Naast het gegeven dat klager geen stukken heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij
recentelijk een baan heeft, had klager moeten weten dat hij in deze periode geen nieuwe verplichtingen aan kon gaan zonder rekening te houden met de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Sittard is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat klager op
27 mei 2014 schriftelijk heeft verklaard gevolg te zullen geven aan een oproep zich te melden in de gevangenis. Klager was bekend met de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf en had bij het aangaan van verplichtingen hier rekening mee
kunnen houden. Voorts wordt niet feitelijk onderbouwd dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst, dan wel van een proeftijd. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van I.J.M.W. van der Sanden, secretaris, op 11 juli 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven