Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0315/GB, 6 mei 2014, beroep
Uitspraakdatum:06-05-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/315/GB

Betreft: (klager) datum: 6 mei 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K. Blonk, namens

(...), verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 januari 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie De Karelskamp te Almelo afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 27 december 2013 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De officier van justitie heeft inmiddels beslist om het bevel beperkingen op te heffen. De gronden waarop het standpunt van de selectiefunctionaris berust dat klager thans geen bezoek
mag
ontvangen, omdat hij in alle beperkingen zit, zijn daarmee komen te vervallen. Klagers partner moet in totaal 360 kilometer met hun drie kinderen afleggen wanneer zij hem bezoekt. Dit is voor klagers partner ondoenlijk. Daarnaast wordt de zaak van
klager bij de rechtbank Overijssel locatie Almelo behandeld. Overplaatsing is voor alle partijen eenvoudiger en kostbesparend. Het Openbaar Ministerie heeft geen bezwaar tegen overplaatsing.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager verblijft in alle beperkingen en mag dus geen bezoek ontvangen. Gedurende preventieve hechtenis dient een gedetineerde, gelet op de rechtsgang, in de nabijheid van het parket van insluiting te zijn gedetineerd. Echter, klager is niet welkom in
het h.v.b. van de locatie Karelskamp in verband met bekendheid met het personeel. Dit zou tot een subjectieve bejegening kunnen leiden, als gevolg waarvan niet gegarandeerd kan worden dat de detentie van klager ongestoord ten uitvoer gelegd kan
worden.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status van preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Uitgangspunt bij de plaatsing van voorlopig gehechte gedetineerden is dat deze, gelet op het belang van een goede rechtsgang, worden geplaatst in een huis van bewaring in het arrondissement waar de vervolging geschiedt. Van dat uitgangspunt kan
onder omstandigheden worden afgeweken. Het op 24 februari 2014 opgelegde bevel met betrekking tot beperkingen inzake bezoek is op 16 april 2014 opgeheven. Klager mag thans weer bezoek ontvangen. De enkele mededeling dat klager een personeelslid kent en
dit tot een subjectieve bejegening zou kunnen leiden, is - zonder nadere toelichting of motivering, die ontbreekt - naar het oordeel van de beroepscommissie onvoldoende grond om klagers verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b. van de locatie
Karelskamp te Almelo af te wijzen. Gelet hierop is de bestreden beslissing onvoldoende gemotiveerd. De beslissing van de selectiefunctionaris zal worden vernietigd en de selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met
inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Nu de selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen ziet de beroepscommissie geen aanleiding klager een tegemoetkoming toe te kennen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van I.J.M.W. van der Sanden, secretaris, op 6 mei 2014

secretaris voorzitter

Naar boven