Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0438/GB, 30 april 2014, beroep
Uitspraakdatum:30-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/438/GB

Betreft: [klager] datum: 30 april 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.E. Bauduin, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 februari 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 16 april 2013 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Voor klagers partner en kind is reizen naar Leeuwarden een hele onderneming, ook in financieel opzicht. Als klager in de gevangenis van de locatie Norgerhaven zou verblijven, zouden ze hem vaker
kunnen bezoeken. De reisafstand naar deze inrichting is namelijk een stuk korter voor klagers partner en kind. De selectiefunctionaris heeft niet ex artikel 25, derde lid van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden (de Regeling)
beoordeeld of de informatie op basis waarvan het risicoprofiel is vastgesteld nog ongewijzigd van toepassing is. Klager betwist dat er thans liquidatiegevaar bestaat. Waarschijnlijk is de vrees gebaseerd op betrokkenheid bij een familieconflict. Dit
familieconflict is inmiddels opgelost.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager staat op de lijst GVM met de kwalificatie verhoogd. Klager dient te worden geplaatst in een inrichting met beveiligingsniveau drie. De gevangenis van de locatie Norgerhaven voldoet niet aan dit criterium. In het Operationeel Overleg van 12
februari 2014 is besloten klagers plaatsing op de lijst GVM, zoals besloten op 13 november 2013, te handhaven. Er was geen aanleiding om de status van betrokkene tussentijds aan te passen. De liquidatiedreiging wordt in mei 2014 opnieuw getoetst.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 25, derde lid van de Regeling dient de selectiefunctionaris, indien plaatsing of overplaatsing van een veroordeelde mede gebaseerd is op het risicoprofiel van betrokkene, bedoeld in artikel 22, eerste lid, te beoordelen of de
informatie op basis waarvan het risicoprofiel is vastgesteld nog ongewijzigd van toepassing is. Zo nodig wordt het risicoprofiel aan de gewijzigde omstandigheden aangepast.

4.2. De selectiefunctionaris heeft er vanuit mogen gaan dat klagers plaatsing op de lijst GVM nog ongewijzigd van toepassing was ten tijde van zijn beslissing, nu blijkt dat het Operationeel Overleg op 12 februari 2014 heeft beslist klagers plaatsing
op
de lijst GVM te handhaven. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan dan ook, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen klager heeft
aangevoerd omtrent het bezoek is onvoldoende feitelijk onderbouwd om tot een ander oordeel te kunnen leiden.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van I.J.M.W. van der Sanden, secretaris, op 30 april 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven