Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/1227/GA, 26 augustus 2002, beroep
Uitspraakdatum:26-08-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/1227/GA

betreft: [klager] datum: 26 augustus 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 21 juni 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 17 juni 2002 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen Noord Holland Noord, locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een weigering om toestemming te verlenen voor de invoer van een radiocassetterecorder.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft de betreffende radiocassetterecorder gekocht in de inrichtingswinkel van het huis van bewaring Zwaag te Hoorn. Die radiocassetterecorder is daar verzegeld. De verzegeling is nooit verbroken. Het apparaat is na klagersoverplaatsing door de Dienst Vervoer en Ondersteuning overgebracht naar Zuyder Bos. De directeur heeft de invoer geweigerd omdat dit niet zou zijn toegestaan in het huis van bewaring. In de Regeling model huisregels, zoals opgestelddoor de minister van justitie, staat een dergelijk apparaat echter wel vermeld op de lijst van toegestane voorwerpen (in artikel 4.5.1.2). Klager verwijst daarbij naar een uitspraak van de beroepscommissie d.d. 29 december 2000 metkenmerk 00/2153/GA.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3.
De beoordeling
Blijkens artikel 6.4.5.1.2. van de huisregels van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard is het de gedetineerde toegestaan een aantal voorwerpen onder zijn berusting te houden. Een radiocassetterecorder staat op die lijst nietvermeld. Vervolgens is bepaald dat de gedetineerde alleen op grond van bijzondere omstandigheden (dat kan bijvoorbeeld een opleidings- of arbeidstraject of medische indicatie zijn maar niet het feit dat iets in een andere inrichtingwel was toegestaan) toestemming van de directeur kan krijgen om (voorzover hier van belang) andere beeld- en/of geluidsapparatuur in te voeren.

In de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen (d.d. 24 juli 1998, nr. 705050/98/DJI; hierna de Regeling) is - voorzover hier van belang - in artikel 4.5.1.2 (onder het hoofd Toegestane voorwerpen) bepaald:
Het is aan de gedetineerde toegestaan onder zijn berusting te houden:
......
.. een eenvoudige verzegelde radio, compactdisc- of cassettespeler dan wel een combinatie daarvan met vaste boxen niet groter dan 50 cm x 40 cm x 70 cm (incl. de boxen), waarvan de opnamemogelijkheid onklaar is gemaakt;
......
Opname van dit onderdeel van de model-Regeling in de huisregels van de inrichting is, behoudens de in de Regeling genoemde uitzonderingen, door de minister van justitie dwingend voorgeschreven. Van een in de regeling genoemdeuitzondering is geen sprake. Dit maakt dat de huisregels van het h.v.b. in zoverre in strijd zijn met de eerdergenoemde Regeling (hogere regeling) en dus in zoverre onverbindend zijn. Nu het beklag een weigering tot invoer van eengoed betreft dat staat vermeld op de (in de Regeling opgenomen) lijst met toegestane voorwerpen, kan de uitspraak van de beklagcommissie niet in stand kan blijven en moet klager alsnog ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag.

De beroepscommissie zal het beklag thans inhoudelijk beoordelen.
De directeur heeft zijn weigering om aan klager toestemming tot invoer van de radiocassetterecorder te verlenen, gegrond op een (onverbindende) huisregel. Alleen al om die reden moet het beklag gegrond worden verklaard. De directeurzal daarom - de Regeling laat voor de directeur de mogelijkheid open om het bezit of de invoer van een bepaald goed dat vermeld staat op de lijst van toegestane goederen te verbieden - een nieuwe beslissing moeten nemen. Daarbijdient hij een belangenafweging te maken welke de toets van redelijkheid en billijkheid moet kunnen doorstaan. Hetgeen hiervoor is overwogen maakt dat het beklag alsnog gegrond moet worden verklaard en dat directeur zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen, zulks met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie.

Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing ongedaan gemaakt kunnen worden ziet de beroepscommissie geen aanleiding voor het vaststellen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond.
Zij vernietigt de beslissing waarover is geklaagd en draagt de directeur op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 26 augustus 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven