Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1748/GB, 5 augustus 2014, beroep
Uitspraakdatum:05-08-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/1748/GB

Betreft: [klager] datum: 5 augustus 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.N. Swart, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 mei 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is op 18 juli 2014 door een lid van de Raad gehoord. Zijn raadsman was verhinderd om hierbij aanwezig te zijn en heeft het beroep op 16 juli 2014 schriftelijk nader toegelicht.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem terug te plaatsen in unit 9 van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sinds 9 augustus 2012 gedetineerd. Op 19 november 2013 is klager overgeplaatst naar Exodus in het kader van de extramurale fase van de ISD-maatregel. Klager is vanuit Exodus teruggeplaatst in unit 9 van de p.i. Vught (een afdeling voor
stelselmatige daders).

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Het beroep van klager is niet zozeer gericht tegen de wegplaatsing uit Exodus. Hij erkent de regels niet te hebben nageleefd (drankgebruik). Het beroep richt zich uitsluitend tegen de plaatsing in de p.i. Vught, terwijl klager volgens eigen zeggen
thuishoort op de ISD-afdeling van de p.i. Zoetermeer. Klager heeft geen onheuse uitspraken gedaan over het personeel in de p.i. Zoetermeer. Hij begrijpt niet hoe men hierbij komt. Een betrokken medegedetineerde wiens naam in de stukken wordt genoemd
kent hij helemaal niet. Klager heeft in mei 2014 een intake gehad bij Weerlanden en hij kan daar worden geplaatst. Er is een wachtlijst en klager verwacht in september/oktober 2014 in Weerlanden geplaatst te worden. Ondanks deze aanstaande wegplaatsing
vindt klager het wel van belang dat op zijn beroep wordt beslist.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager dient zich te houden aan de voorwaarden die gesteld worden door Exodus. Klager heeft deze voorwaarden overtreden. Hij heeft (fors) alcohol en drugs gebruikt, hij weigerde mee te werken aan een urinecontrole en er is een proces-verbaal opgemaakt
wegens wildplassen. Door deze overtredingen was klager niet langer welkom in Exodus. Klager was ook niet langer welkom in de p.i. Zoetermeer, omdat hij daar belastende uitspraken heeft gedaan over een personeelslid. Blijkens het selectieadvies heeft
hij
een vrouwelijk personeelslid onterecht beschuldigd van het verrichten van seksuele handelingen met diverse gedetineerden. De orde en veiligheid is daardoor ernstig geschaad. Klager is teruggeplaatst in de p.i. Vught om daar alsnog inhoud te geven aan
de
ISD-maatregel.

4. De beoordeling
4.1. Unit 9 van de p.i. Vught is een gevangenis en huis van bewaring en tevens een inrichting voor stelselmatige daders met een individueel regime en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld tot de ISD-maatregel, kan in een inrichting voor stelselmatige daders worden geplaatst.

4.3. De selectiefunctionaris heeft onder meer als taak te zorgen voor een ongestoorde tenuitvoerlegging van de detentie. Gelet op de over klagers gedrag verstrekte gegevens in de p.i. Zoetermeer, heeft de selectiefunctionaris in redelijkheid kunnen
oordelen dat klager niet geplaatst wordt in de p.i. Zoetermeer. De op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, dan ook niet als onredelijk of onbillijk
worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 5 augustus 2014

secretaris voorzitter

Naar boven