Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0756/TA, 30 juni 2014, beroep
Uitspraakdatum:30-06-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/756/TA

betreft: [klager] datum: 30 juni 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van

[...], verder te noemen klager en ingediend door mr. N.M.van Wersch, namens klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 februari 2014 van de beklagcommissie bij FPC De Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman mr. N.M. van Wersch om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft
a. de inbeslagname van een tv, USB-stick(s) en randapparatuur;
b. de weigering van het hoofd van de inrichting om een kopie van de verlofevaluatie te verstrekken.

De beklagcommissie heeft het beklag onder a en b ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ten aanzien van a:
In de wet staat niet dat spullen in beslag genomen kunnen worden omdat een tbs-gestelde opheldering moet geven hoe hij in het bezit is gekomen van deze spullen. De Playstation is in 2009 ingevoerd toen klager in de Pompekliniek te Vught verbleef. Het
verhaal over ‘opheldering geven’ is door de inrichting pas achteraf van argumenten voorzien bij de behandeling van de beklagzaak.

Ten aanzien van b:
Uit de Memorie van Toelichting (MvT) bij de Bvt blijkt dat van iedere evaluatie van de behandeling een verslag moet worden opgemaakt, een zogenaamd evaluatieverslag in de zin van artikel 19, eerste lid onder d, Bvt. Een verlofevaluatie betreft (mede)
de
evaluatie van het verloop van de behandeling. Hiervan moet een verslag worden opgemaakt en dit verslag moet worden gekenmerkt als evaluatieverslag in de zin van genoemd artikel. Op grond van artikel 20, vijfde lid, Bvt heeft klager recht op een
afschrift van dit evaluatieverslag.

Het hoofd van de inrichting heeft in beroep volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
Ten aanzien van a:
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van b:
Klager heeft op grond van artikel 20, vijfde lid van de Bvt recht op een afschrift van het verplegings- en behandelingsplan en het evaluatieverslag.
In artikel 18 Bvt is de evaluatie van het verloop van de verpleging en behandeling geregeld. De MvT bij de Bvt, onderdeel 2.10 verplegings- en behandelingsplan en evaluatieverslag, luidt: “De verpleegde heeft recht op een periodieke evaluatie door het
hoofd van de inrichting van het verloop van de verpleging en behandeling.(...-) Het hoofd van de inrichting dient krachtens het voorgestelde artikel 18, tweede lid, ervoor zorg te dragen dat van iedere evaluatie een verslag wordt gemaakt (een
evaluatieverslag) en dat dit verslag zo spoedig mogelijk met de verpleegde wordt besproken.
-(onderdeel 2.11, het verpleegdedossier): Het voorgestelde vijfde lid van artikel 20 schrijft voor ten aanzien van welke stukken het recht op kennisneming tevens het recht op het ontvangen van een afschrift omvat. Het verplegings- en behandelingsplan
en
het evaluatieverslag zijn bij uitstek de stukken die de verpleegde nodig heeft met het oog op de voorbereiding van zijn verdediging bij verlengingsprocedures.”
Artikel 5, eerste lid, van de Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 24 december 2010, nr. 5679537/10/DJI, houdende regels over de verlening van een machtiging tot verlof aan het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter
beschikking gestelden (Verlofregeling TBS) bepaalt onder meer dat met het oog op een nieuwe machtiging door het hoofd FPC een evaluatie wordt opgesteld. Het tweede lid luidt: “De evaluatie voldoet aan de eisen die aan een verlofaanvraag worden gesteld
als vermeld (-).”
Met de beklagcommissie is de beroepscommissie van oordeel dat deze evaluatie een ander document is dan het evaluatieverslag, zoals genoemd in artikel 18, tweede lid, Bvt en dat deze evaluatie in het kader van verlof deel uitmaakt van het
verpleegdedossier op grond van artikel 19, eerste lid onder a, Bvt. Op de zitting van de beklagcommissie heeft het hoofd van de inrichting aangegeven dat de evaluatie ten behoeve van een nieuwe machtiging tot verlof deel uitmaakt van klagers
verpleegdedossier en dat klager recht heeft op inzage in het dossier.
Op grond van het voorgaande kan hetgeen in beroep is aangevoerd naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep onder a en b ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. R.M. Maanicus , leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 30 juni 2014

secretaris voorzitter

Naar boven