Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1979/GB, 14 augustus 2014, beroep
Uitspraakdatum:14-08-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/1979/GB

Betreft: [klager] datum: 14 augustus 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.H.W. Spoelstra, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 juni 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) met aansluitend deelname aan een penitentiair programma (p.p.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 21 juli 2013 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft in de afgelopen periode driemaal verlof genoten en de verloven zijn alle goed verlopen. Daarbij wordt opgemerkt dat er wel degelijk sprake is van een goedgekeurd
verlofadres,
dit zal ook het adres zijn waar klager zich na detentie zal vestigen. Inmiddels is aan klager goedkeuring verleend voor een vierde verlof. Klager vertoont uitstekend gedrag in de p.i. Vught. Zowel de Reclassering als de p.i. Vught adviseren positief
omtrent plaatsing in een z.b.b.i. met aansluitend deelname aan een p.p. Daarnaast heeft de politie eerder positief geadviseerd omtrent het reeds verleende verlof. Klager heeft met succes de cursus Kies voor Verandering afgerond. Hij voldoet tevens aan
alle eisen die zijn gesteld in artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden. Na detentie zal hij weer aanspraak maken op een AOW-uitkering en zal hij zich in Den Bosch vestigen, ver verwijderd van zijn criminele
vrienden in Rotterdam. Hij is voornemens om zijn criminele verleden achter zich te laten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager is sinds 1966 dertig maal veroordeeld. Toezicht op bijzondere voorwaarden, interventies, behandelingen en een detentieverblijfsplan zijn niet
geïndiceerd. Omdat er een minimale kans op gedragsverandering is en het feit dat klager tijdens detentie al meerdere interventies gevolgd heeft, zijn er in het kader van Binnen Beginnen geen gedragsinterventies geïndiceerd. Het is daarnaast onduidelijk
waar hij gaat wonen en hoe zijn dagbesteding eruit zal gaan zien. Verder heeft klager forse schulden, ontbreekt het hem aan een sociaal netwerk en is er nauwelijks sprake van spijt of schuldgevoelens. Gezien klagers leeftijd, houding en
delictsgeschiedenis moet geconcludeerd worden dat er een hoog recidiverisico bestaat en dat er nauwelijks mogelijkheden voor verandering zijn. Bovenstaande maakt dat de selectiefunctionaris geen kans ziet op recidivevermindering door fasering en
interventies. De verloven die klager de afgelopen periode heeft genoten zijn niet te vergelijken met structureel verlof.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 2, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling), komen voor plaatsing in een z.b.b.i. in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico
vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, een strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden, beschikken over een
aanvaardbaar
verlofadres en die zijn gepromoveerd. (wijziging van de Regeling met ingang van 1 maart 2014, Stcrt. 2014, nr. 4617).
In het derde lid van dit artikel wordt voorts bepaald dat, in afwijking van het in het eerste lid bepaalde, tevens voor plaatsing in een z.b.b.i. in aanmerking kunnen komen, gedetineerden ten aanzien van wie een door de selectiefunctionaris akkoord
bevonden voorstel voor deelname aan een p.p. aanwezig is. Het verblijf in de z.b.b.i. direct voorafgaande aan de plaatsing in het p.p. duurt maximaal zes maanden.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris dient, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk of onbillijk te worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking
dat ondanks dat klager 30 maal veroordeeld is, zijn deelname aan een p.p. in 2006 en zijn onlangs genoten algemene verloven goed zijn verlopen. Tevens adviseert zowel de Reclassering als de p.i. Vught positief omtrent plaatsing in een z.b.b.i. met
aansluitend deelname aan een p.p. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing dient te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak
binnen een termijn van twee weken na ontvangst hiervan.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak en binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van I.J.M.W. van der Sanden, secretaris, op 14 augustus 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven