Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2443/GB, 29 juli 2014, beroep
Uitspraakdatum:29-07-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/2443/GB

Betreft: [klager] datum: 29 juli 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B. Hartman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 8 juli 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 1 augustus 2014 te melden in de gevangenis van de locatie Tafelbergweg te Amsterdam gegrond verklaard, klager eenmalig uitstel verleend tot en met 10 augustus
2014 en aangegeven dat klager een nieuwe oproep tot melden zal ontvangen gericht op tenuitvoerlegging na 10 augustus 2014.

2. De feiten
Op 1 juli 2014 is klager opgeroepen zich op 1 augustus 2014 te melden in de gevangenis van de locatie Tafelbergweg te Amsterdam voor het ondergaan van 224 dagen gevangenisstraf. Op 7 juli 2014 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op
8
juli 2014 gegrond is verklaard en waarbij hem uitstel van zijn meldplicht is verleend tot en met 10 augustus 2014.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager kan zich niet verenigen met de beslissing hem uitstel van zijn meldplicht te verlenen tot en met 10 augustus 2014, nu op 31 augustus 2014 een optreden van klager
staat gepland. De contracten die reeds bij het bezwaarschrift zijn overgelegd, illustreren dit. De selectiefunctionaris heeft aangegeven dat geen rekening is gehouden met het optreden op 31 augustus 2014 nu het contract pas op 7 juli 2014 is getekend
en
klager op dat moment reeds wist dat hij zich 1 augustus 2014 moest melden. Klagers raadsman heeft hier telefonisch contact over opgenomen met de selectiefunctionaris en uitgelegd dat de overeenkomst met betrekking tot het optreden van 31 augustus 2014
reeds voor 1 juli 2014 was gesloten. De overeenkomst is echter pas op 7 juli 2014 geformaliseerd, hetgeen niets afdoet aan het feit dat er eerder een rechtsgeldige overeenkomst – gebaseerd op wilsovereenstemming – tot stand was gekomen. De raadsman
heeft aangeboden dit zo nodig schriftelijk nader toe te lichten. De selectiefunctionaris liet klagers raadsman weten hier nader contact over op te nemen indien dit een breekpunt zou worden in de toewijzing van het verzoek tot uitstel. Dit is echter
nooit gebeurd en klagers verzoek om uitstel is slechts gedeeltelijk toegewezen. Klager verwijst naar een e-mail van de programmeur van de Melkweg in Amsterdam waaruit volgt dat het optreden reeds op 20 maart 2014 was geboekt, de Melkweg dit optreden
reeds geruime tijd geleden bekend heeft gemaakt en de kaartverkoop op 6 april 2014 is gestart.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager heeft verzocht om uitstel van zijn meldplicht in verband met optredens als artiest/rapper. Bij hoge uitzondering is aan klager eenmalig
uitstel verleend tot en met 10 augustus 2014, in verband met zijn optredens tot 9 augustus 2014. Dit is al een zeer ruimhartig besluit. De reden hiervan was dat klager middels bewijsstukken had aangetoond dat hij het contract voor het optreden van 9
augustus 2014 reeds had getekend op 5 mei 2014. Dit was voordat klager op 10 juni 2014 verklaarde gevolg te zullen geven aan een oproep tot melden. Het optreden van 2 augustus 2014 valt voor het optreden van 9 augustus 2014 en derhalve binnen het
uitstel. Voor het optreden van 31 augustus 2014 heeft klager geen uitstel gekregen. De oproepbrief is op 1 juli 2014 aan klager gestuurd en op 7 juli 2014 heeft klager het contract voor het optreden van 31 augustus 2014 getekend. Klager had derhalve
bij
het aanvaarden van deze opdracht rekening kunnen en moeten houden met de mogelijkheid dat op enig moment sprake zou kunnen zijn van tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf. Voor zover klager verwijst naar de e-mail van de Melkweg merkt de
selectiefunctionaris op het opmerkelijk te vinden dat in de periode gelegen tussen 20 maart 2014 en 7 juli 2014 geen enkele ander correspondentie beschikbaar is. Voorts vallen financiële problemen niet onder het geldende beleid inzake het verlenen van
uitstel inzake de tenuitvoerlegging van lopende vonnissen en zijn de consequenties daaruit voortvloeiend ondergeschikt aan de noodzaak tot tenuitvoerlegging.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Tafelbergweg te Amsterdam is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2 Klager heeft in verband met verschillende optredens verzocht om uitstel van zijn meldplicht tot na 31 augustus 2014. De selectiefunctionaris heeft naar aanleiding van dit verzoek beslist om klager uitstel van zijn meldplicht te verlenen tot na
10 augustus 2014 in verband met zijn optredens tot 9 augustus 2014. De beroepscommissie begrijpt dat de selectiefunctionaris hiermee heeft bedoeld het optreden van 10 augustus 2014. Klager heeft naar het oordeel van de beroepscommissie voldoende
aannemelijk gemaakt dat ook het optreden van 31 augustus 2014 reeds voor 1 juli 2014 – de datum waarop hij werd opgeroepen zich te melden – vast lag. Voorts dateert de veroordeling van 5 december 2012 en is namens klager onweersproken aangevoerd dat de
selectiefunctionaris nader contact zou opnemen met klagers raadsman indien de overeenkomst met betrekking tot het optreden van 31 augustus 2014 een breekpunt zou worden in de toewijzing van het verzoek tot uitstel. Gelet op het voorgaande valt naar het
oordeel van de beroepscommissie niet in te zien waarom aan klager slechts een uitstel tot na 10 augustus 2014 is verleend en niet tot na 31 augustus 2014. De beslissing van de selectiefunctionaris dient dan ook als onredelijk en onbillijk te worden
aangemerkt en het beroep zal gegrond worden verklaard. De bestreden beslissing zal worden vernietigd en de selectiefunctionaris zal worden opgedragen binnen een termijn van een week een nieuwe beslissing te nemen, met inachtneming van deze uitspraak.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van een week na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. L. Koster, secretaris, op 29 juli 2014

secretaris voorzitter

Naar boven