Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1507/GB, 14 juli 2014, beroep
Uitspraakdatum:14-07-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/1507/GB

Betreft: [klager] datum: 14 juli 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Rotgans, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 29 april 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie De Karelskamp te Almelo afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 2 oktober 2013 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte op de extra zorgvoorziening van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Nieuwegein.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft sinds het begin van zijn detentie geen bezoek ontvangen. Dit brengt een zodanige zware last voor hem mee dat de beslissing van de selectiefunctionaris niet in stand kan blijven.
Daarnaast is het onredelijk om klager zo’n lange tijd in een huis van bewaring te laten verblijven. De beslissing is onvoldoende gemotiveerd nu er geen wettelijke bepaling dan wel een regeling vermeld is op grond waarvan het verzoek tot overplaatsing
naar een gevangenis is afgewezen. Het selectieadvies d.d. 27 maart 2014 bevat geen belemmeringen die een overplaatsing naar een gevangenis in de weg staan.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager komt niet in aanmerking voor overplaatsing naar een gevangenis nu hij een ISD-maatregel opgelegd heeft gekregen. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan
van detentie. De directeur van de p.i. Nieuwegein heeft negatief geadviseerd op het overplaatsingsverzoek van klager. Dit vanwege het feit dat klager in de p.i. Nieuwegein op een pre-ISD afdeling kan verblijven.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 10, eerste lid van de Pbw zijn gevangenissen bestemd voor de opneming van personen die, al dan niet onherroepelijk, tot een vrijheidsstraf zijn veroordeeld.

4.2. Op grond van artikel 1, onder t van de Pbw wordt het opleggen van een plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders gedefinieerd als een vrijheidsbenemende maatregel. Gelet hierop kan klager niet geplaatst worden in een gevangenis.
Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. De selectiefunctionaris heeft hetgeen klager heeft aangevoerd ten aanzien van zijn problemen omtrent het ontvangen van
bezoek in redelijkheid niet als een dergelijke bijzondere omstandigheid hoeven aan te merken nu dit niet wordt ondersteund door overgelegde stukken. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan dan ook, bij
afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van I.J.M.W. van der Sanden, secretaris, op 14 juli 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven