Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1788/GB, 14 juli 2014, beroep
Uitspraakdatum:14-07-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/1788/GB

Betreft: [klager] datum: 14 juli 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.L. van Gaalen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 januari 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing tot plaatsing in het huis van bewaring Alphen aan den Rijn ongegrond verklaard.

2. Ontvankelijkheid
Op grond van artikel 73, tweede lid, Pbw wordt het beroepschrift ingediend uiterlijk op de zevende dag na die waarop de betrokkene kennis heeft gekregen van de beslissing waartegen hij beroep instelt. Een na afloop van deze termijn ingediend
beroepschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest.
De bestreden beslissing is gedateerd op 15 januari 2014. Het beroepschrift is gedateerd op 8 mei 2014 en diezelfde dag op het secretariaat van de Raad ontvangen. Het beroep is derhalve te laat ingediend. De raadsman voert aan dat hij pas op 8 mei 2014
de bestreden beslissing toegezonden heeft gekregen. De Pbw kent echter niet de figuur van de raadsman voor wie een zelfstandige beroepstermijn geldt ten aanzien van beslissingen van de selectiefunctionaris. Hier komt bij dat in artikel 17, vierde lid,
van de Pbw de selectiefunctionaris een termijn wordt gegeven van zes weken voor een beslissing op het bezwaarschrift. Het bezwaarschrift is gedateerd op 13 december 2013. De raadsman had derhalve kunnen weten dat een beslissing op het bezwaarschrift
medio januari 2014 is te verwachten. Klager dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 14 juli 2014

secretaris voorzitter

Naar boven