nummers: 14/824/TA en 14/846/TA
betreft: [klager] datum: 7 juli 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van de bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 12 februari 2014 van de beklagcommissie en een uitspraak van de alleensprekende beklagrechter van 5 maart 2014 bij FPC De Rooyse Wissel te Venray, betreffende:
a. het luchten op 6 en 10 september 2013 (14/824/TA) en
b. het niet verstrekken van ontbijt en lunch op 31 december 2013 en 1 januari 2014 (14/846/TA).
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.
De beklagrechter heeft het beklag vermeld onder a. ongegrond verklaard en klager ten aanzien van het beklag vermeld onder b. niet-ontvankelijk in het beklag verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.
De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op de beroepen en klager en zijn raadsvrouw mr. W.E.R. Geurts om de beroepen schriftelijk toe te lichten.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De beoordeling
Hetgeen in beroep met betrekking tot a. is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
Met betrekking tot b. overweegt de beroepscommissie dat uit artikel 2, tweede lid, van de Regeling rechten tijdens afzondering en separatie volgt dat de verpleegde tijdens afzondering regelmatig eten ontvangt. Uit de toelichting op dit artikel volgt
dat
het daarbij gaat om drie maaltijden per dag. Klager kan wat betreft de beweerde schending van het aan deze regeling te ontlenen recht op regelmatig eten worden ontvangen in het licht van het bepaalde in artikel 56, eerste lid, sub e, Bvt.
Uit de inlichtingen van het hoofd van de inrichting volgt dat klager op de betreffende dagen wel ontbijt en lunch zijn aangeboden, maar dat hij die heeft geweigerd.
De beroepscommissie zal derhalve het beklag alsnog ongegrond verklaren.
2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart ten aanzien van a. het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie. Ten aanzien van b. vernietigt zij de uitspraak van de beklagrechter, ontvangt zij klager in het beklag, maar verklaart het beklag
alsnog ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. W.A.Th. Bos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 7 juli 2014.
secretaris voorzitter