Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3272/GA, 24 december 2013, beroep
Uitspraakdatum:24-12-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3272/GA

betreft: [klager] datum: 24 december 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mevrouw mr. S. Wortel, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 27 september 2013 van de beklagcommissie bij de locatie Arnhem-Zuid,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van genoemde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsvrouw mr. S. Wortel, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet voortvarend handelen van de medische dienst.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De klacht ziet niet op de wijze waarop klager medisch is behandeld. De klacht is gericht op schending door de directeur van zijn zorgplicht als
bedoeld
in artikel 42 Pbw. Daarnaast is de wettelijke behandelduur van het beklag overschreden. Klager wenst een tegemoetkoming te ontvangen.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Voorts heeft de directeur gesteld niet te zijn tekortgeschoten in zijn zorgplicht. Zijn zorgplicht gaat niet verder dan het zorg dragen dat de aan de inrichting verbonden arts, of
diens vervanger, regelmatig beschikbaar is voor het houden van een spreekuur en op andere tijden indien dit gelet op de gezondheid van gedetineerden noodzakelijk is. De vraag of het, in het geval van klager, noodzakelijk was dat een arts klager direct
bezocht, is van medisch inhoudelijke aard en valt derhalve niet onder de zorgplicht van de directeur.

3. De beoordeling
Klager heeft op 1 maart 2013 zijn klacht ingediend. Deze is eerst ter zitting van 28 juni 2013 behandeld en op 27 september 2013 heeft de beklagcommissie uitspraak gedaan. De beroepscommissie constateert dat de beklagcommissie aldus het beklag niet
heeft afgedaan binnen de in het eerste lid van artikel 67 van de Pbw vermelde termijn. Nu de wetgever aan de overschrijding van de wettelijke termijn evenwel geen sanctie heeft verbonden, volstaat de beroepscommissie met de constatering dat het
tijdsverloop tussen klacht en uitspraak in eerste aanleg in de onderhavige zaak te lang is.
Voor het overige komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van
mr. T. Nauta, secretaris, op 24 december 2013

secretaris voorzitter

Naar boven