Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1724/GB, 10 juni 2014, beroep
Uitspraakdatum:10-06-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/1724/GB

Betreft: [klager] datum: 10 juni 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door J.J. van de Beek, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 mei 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 27 mei 2014 te melden in de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Nieuwegein ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 25 april 2014 is klager opgeroepen zich op 27 mei 2014 te melden in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein voor het ondergaan van 59 dagen gevangenisstraf. Op 30 april 2014 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 14 mei 2014
ongegrond is verklaard. Klager heeft zich op 27 mei 2014 in voornoemde inrichting gemeld.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft uitsluitend schriftelijk verklaard gevolg te zullen geven aan een oproep om zich te melden zodat de politie hem niet zou aanhouden. Dit zou bij hem tot onrust leiden,
hetgeen
hij niet kan verdragen in verband met zijn geestelijke gesteldheid. Klager heeft een verzoek tot gratie en een verzoek om de gevangenisstraf om te zetten in een werkstraf ingediend. Klager verzoekt tot uitstel van de tenuitvoerlegging van de 59 dagen
gevangenisstraf totdat op het gratieverzoek is beslist.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager heeft de selectiefunctionaris verzocht de straf niet ten uitvoer te leggen. Dit is niet aan de orde nu klager tot een onherroepelijke gevangenisstraf is
veroordeeld.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Nieuwegein is een inrichting voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Daarbij overweegt de beroepscommissie dat het
verzoek tot gratie ingediend is na de datum van de aan de klager gerichte mededeling met de datum waarop hij zich moet melden en dat de gevangenisstraf op 27 mei 2014 is aangevangen. Gelet op het bepaalde in artikel 558a, eerste lid, van het Wetboek
van
Strafvordering en artikel 1, eerste lid en artikel 2, aanhef en onder a, sub 1 van het Besluit aanvang tenuitvoerlegging straffen en maatregelen heeft het door klager ingediende gratieverzoek geen opschortende werking. Voorts heeft klager schriftelijk
verklaard gevolg te zullen geven aan de oproep om zich te melden. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van I.J.M.W. van der Sanden, secretaris, op 10 juni 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven