Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0943/GA, 3 juni 2014, beroep
Uitspraakdatum:03-06-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/943/GA

betreft: [klager] datum: 3 juni 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 februari 2014 van de beklagcommissie bij het Justiteel Centrum voor Somatische Zorg (JCvSZ) te Scheveningen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 mei 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over- Amstel, is de plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij het JCvSZ, [...], gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt. Bij brief van 9 mei 2014, ontvangen op 13 mei 2014, heeft klager aangegeven dat en waarom hij niet naar de zitting van de beroepscommissie kon komen
en heeft hij verzocht om aanhouding van de behandeling van het beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft, voor zover in beroep aan de orde:

a. het openen van klagers geprivilegieerde post (SC 2013/443, SC 2014/010 en 019);
b. het niet leveren van een winkelbestelling (SC 2013/444);
c. de afwijzing van klagers verzoek tot contact met de media (SC 2013/458);
d. de wijze van uitreiken van post aan klager (SC 2013/003);
e. de aan klager verstrekte voeding (SC 2014/011, 024 en 027);
f. het feit dat klager bij regenachtig weer niet kan schuilen ( SC 2014/016) en
g. het terugsturen van post aan de advocaat van klager (SC 2014/032).

De beklagcommissie heeft het beklag ten aanzien van a. en g. gegrond verklaard en een tegemoetkoming van € 5,= per klacht toegekend ten aanzien van a. en geen tegemoetkoming toegekend ten aanzien van g.
De beklagcommissie heeft het beklag onder b., c., d., e. en f. ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager verzoekt om aanhouding van de behandeling van het beroep. Hij kon niet naar de zitting van de beroepscommissie komen, omdat de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O) gedurende de zitting niet op hem wilde wachten. Om 08.00 uur was DV&O al
aanwezig en na afloop van de zitting zou klager pas na 14.00 uur weer worden opgehaald. Klager heeft op dit moment een beginnende longontsteking en een verergering van zijn astma en moet zes keer daags vernevelen met perslucht. Het was voor hem
ondoenlijk om na de zitting nog uren te moeten wachten.
Klager heeft het beroep verder schriftelijk – zakelijk weergegeven – als volgt toegelicht.
A. Zijn geprivilegieerde post wordt structureel geopend. Klager verzoekt de tegemoetkoming per keer dat zijn post is geopend te verhogen in de hoop dat de directeur voortaan meer zorgvuldigheid zal betrachten. Klager vindt de tegemoetkoming te laag,
omdat sprake is van schending van een mensenrecht en hij steeds kosten moet maken voor het verzenden van een klacht.
B. Op 13 december 2013 is een bedrag van € 100,= bijgeboekt op klagers rekening-courant. Volgens klager stond niets er aan in de weg ook op deze datum de saldi van de rekeningen van de gedetineerden na te kijken. Verder is niet ingegaan op zijn klacht
dat zijn telefoonkaarten niet zijn nageleverd.
C. De directeur heeft ten onrechte het verzoek tot contact met de media afgewezen, nu de directeur zijn beslissing louter heeft gebaseerd op het negatieve advies van de persvoorlichter van het ministerie. Uit de beslissing blijkt niet dat de directeur
klagers recht op vrijheid van meningsuiting (als vastgelegd in het EVRM en in de Grondwet) heeft meegewogen. Voorts staan in de beslissing een aantal aannames en beschuldigingen die niet waar zijn. Klager heeft geen contact gehad met Argos en hij heeft
geen beschuldigingen geuit. Klager verzoekt de beroepscommissie een redactielid van Argos toegang tot de zitting te verlenen.
D. Klager is het er niet mee eens dat post niet wordt uitgereikt maar op het bed wordt gegooid omdat hij op die manier in voorkomende gevallen niet kan aantonen dat geprivilegieerde post is geopend buiten zijn aanwezigheid.
E. Aan klager is driemaal een verkeerde maaltijd verstrekt. Verder is de voeding onvoldoende gevarieerd. Omdat hij geen vis eet, krijgt hij als er vis op het menu staat een maaltijd van één of twee dagen daarvoor. Ook heeft hij een keer bloemkool
gekregen terwijl hij dit niet wil/mag eten.
F. Volgens klager dient de directeur bij slecht weer een alternatief voor het luchtmoment te bieden. Hij verwijst daartoe naar artikel 27.2 van de European Prison Rules.
G. Klager is het niet eens met de beslissing van de beklagcommissie om geen tegemoetkoming aan hem toe te kennen. De post die aan zijn raadsman is teruggestuurd betrof een dik pakket met een conceptdagvaarding met producties. De post is in totaal tien
dagen extra onderweg geweest waardoor klager zijn wijzigingen en commentaar niet meer op tijd aan zijn advocaat heeft kunnen doorgeven. Ook heeft zijn advocaat extra portokosten moeten maken.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht.
Ten aanzien van a. en b., e.. En g. heeft de directeur het in beklag ingenomen standpunt in beroep niet nader toegelicht.
C. Klager heeft mondeling verzocht om toestemming om beeld- en geluidsopnamen te laten maken van klager in de inrichting. Tegen klager is toen gezegd dat het hem vrij staat ten alle tijden contact te hebben met journalisten. Argos mag bij klager op
bezoek komen, maar mag dan geen beeld- en geluidsopnamen maken. Volgens de directeur heeft hij nooit een officieel verzoek van Argos ontvangen. Argos heeft wel contact gehad met de persvoorlichter van DJI. De directeur dacht dat dit in het kader van
een
radioprogramma was.
D. De geprivilegieerde post wordt niet geopend buiten aanwezigheid van de gedetineerde. Brieven worden ongeopend aan de gedetineerde gegeven of in het bijzijn van de gedetineerde geopend. Post wordt alleen in een éénpersoonskamer op het bed neergelegd.
Op zaal gebeurt dit niet.
F. De gedetineerden krijgen kleding, namelijk een dikke gewatteerde jas, een dikke pyjamabroek en een joggingbroek. Het staat gedetineerden vrij geen gebruik te maken van het luchtmoment.

3. De beoordeling
Klager heeft verzocht om aanhouding van de behandeling van het beroep. De beroepscommissie acht onvoldoende feitelijk onderbouwd dat klager vanwege zijn medische toestand niet in staat was ter zitting te verschijnen dan wel na de zitting in de
p.i. Amsterdam Over-Amstel te wachten tot DV&O hem weer zou ophalen. De beroepscommissie acht zich op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek om aanhouding af.

Verder heeft klager de beroepscommissie verzocht om bijzondere toegang te verlenen aan een redactielid van Argos voor het bijwonen van de behandeling van het beroep ter zitting. De beroepscommissie heeft klager bij brief van 22 april 2014
bericht dat het verlenen van bijzondere toegang mogelijk is, maar daartoe in dit geval een gemotiveerd schriftelijk verzoek van het betreffende redactielid van Argos noodzakelijk is. Nu een dergelijk verzoek niet is ontvangen, wijst de beroepscommissie
klagers verzoek af.

Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie als volgt.
A.: De beroepscommissie kan zich verenigen met de aan klager toegekende tegemoetkoming en ziet geen aanleiding voor toekenning van een hogere tegemoetkoming aan klager. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van b. overweegt de beroepscommissie dat hetgeen door klager in beroep is aangevoerd niet kan leiden tot een andere beslissing dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

C.: Op grond van artikel 40 van de Pbw kan een gedetineerde de directeur toestemming vragen voor het voeren van een gesprek met een vertegenwoordiger van de media.
De directeur heeft ter zitting onweersproken aangevoerd dat van een concreet verzoek van klager tot contact met de media niet is gebleken. Van een dergelijk verzoek blijkt ook niet uit de stukken. De beslissing van de directeur van 23 december
2013 zou volgens de directeur zien op het door klager mondelinge gedane verzoek om beeld- en/of geluidsopnamen te (laten) maken in de inrichting. Een officieel verzoek van Argos daartoe is echter nooit ontvangen. De directeur heeft aangegeven dat het
klager vrij staat te allen tijde contact te hebben met journalisten. Nu niet gebleken is van een concreet (schriftelijk) verzoek van klager en bovendien door de directeur is aangegeven dat het klager vrij staat om contact te hebben met journalisten en
interviews te geven, is de beroepscommissie van oordeel dat klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag dient te worden verklaard.

Ten aanzien van d. en e. overweegt de beroepscommissie dat hetgeen door klager in beroep is aangevoerd niet kan leiden tot een andere beslissing dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van f. overweegt de beroepscommissie dat hetgeen klager aanvoert evenmin kan leiden tot een andere beslissing dan die van de beklagcommissie. Hierbij is in aanmerking genomen dat ter zitting door de directeur onweersproken is aangevoerd dat
gedetineerden niet enkel in pyjama hoeven luchten, maar ook de beschikking hebben over een dikke jas en een joggingbroek. Bovendien kunnen gedetineerden er bij slecht weer voor kiezen niet te gaan luchten en kan niet uit artikel 27 lid 2 van de
European
Prison Rules worden afgeleid dat de directeur gehouden is een alternatief voor het luchten aan te bieden.

Ten aanzien van g. overweegt de beroepscommissie dat zij zich niet kan verenigen met de beslissing van de beklagcommissie aan klager geen tegemoetkoming toe te kennen nu zij aannemelijk acht dat klager als gevolg van het terugsturen van zijn
post enig nadeel heeft geleden. Zij zal het beroep in zoverre gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigingen en bepalen dat aan klager een tegemoetkoming van € 5,= wordt toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie ten aanzien van het beklag onder c. en verklaart klager in zoverre alsnog niet- ontvankelijk in zijn beklag.
Zij verklaart het beroep onder g. gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie ten aanzien van dat onderdeel van het beklag voor zover het gaat om de tegemoetkoming en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming van € 5,= wordt
toegekend.
Zij verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.M. Boone, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 3 juni 2014

secretaris voorzitter

Naar boven