Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1747/GB, 30 mei 2014, beroep
Uitspraakdatum:30-05-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/1747/GB

Betreft: [klager] datum: 30 mei 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 mei 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich 3 juni 2014 te melden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden niet-ontvankelijk verklaard.

2. De feiten
Op 1 mei 2014 is klager opgeroepen zich op 3 juni 2014 te melden in de p.i. Leeuwarden voor het ondergaan van een gevangenisstraf van 176 dagen. Op 12 mei 2014 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 19 mei 2014 niet-ontvankelijk is
verklaard.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep als volgt toegelicht. De selectiefunctionaris verwerpt de ernst van de psychische situatie van klagers partner zonder daarbij het oordeel van een deskundige te vragen. Klager meent dat er in zijn geval sprake is van
uitzonderlijke omstandigheden die tot uitstel nopen Klager heeft de oproep van 1 mei 2014 zich te melden in de p.i. Leeuwarden op 6 mei 2014 ontvangen. Klager heeft zijn bezwaar op 12 mei 2014 om 14.25 uur per e-mail naar de selectiefunctionaris
verzonden. Het bezwaar is daarmee tijdig ingediend. Klager heeft op 19 mei 2014 per e-mail gemeld dat hij bijlagen per post zou toezenden aangezien het digitaal niet lukte. Op diezelfde dag, 19 mei 2014, heeft vervolgens de selectiefunctionaris de
bestreden beslissing genomen. Klager acht de bestreden beslissing in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel.
Klager heeft de selectiefunctionaris verzocht de melding van 3 juni 2014 op te schorten in ieder geval na ontvangst van de deskundigenrapportage over klagers partner. Klagers partner verliest haar werk als zij door klagers detentie niet meer kan werken
op de voor haar geldende werktijden. Voor wat betreft de mogelijkheid tot kinderopvang onderschat de selectiefunctionaris de feitelijke mogelijkheden en is het onredelijk het als voordeel te bestempelen dat zijn partner overdag thuis is en te wijzen op
het bijspringen door familie en buren. Klager is van mening dat de bestreden beslissing onvoldoende gemotiveerd is gelet op de gebrekkige voorbereiding van het besluit, de niet op feiten gebaseerde uitleg, de veronderstellingen, het niet serieus nemen
van een reëel gevaar en het te verwachten ontslag van klagers partner.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. De selectiefunctionaris verwijst naar de bestreden beslissing. Klager heeft zijn bezwaar niet binnen de termijn van 7 dagen na ontvangst van de oproep tot melden
ingediend en kan derhalve niet in zijn bezwaar worden ontvangen. Hoewel het bezwaar te laat is ingediend en daardoor niet-ontvankelijk is, merkt de selectiefunctionaris wel het volgende op. Voorop moet worden gesteld dat de gevolgen van een
vrijheidsstraf voor rekening en risico komen van de veroordeelde. Om deze reden en om de capaciteit binnen het gevangeniswezen zo efficiënt mogelijk te benutten, is de selectiefunctionaris slechts in uitzonderlijke omstandigheden bereid om uitstel te
verlenen. Voorop staat de noodzaak tot tenuitvoerlegging. Op 15 april 2014 heeft klager schriftelijk verklaard gevolg te zullen geven aan een oproep tot melden. Afgezien van het feit dat er geen sprake is van overgelegde, desbetreffende bewijzen loopt
klager vooruit op de consequenties van zijn detentie inzake de psychische gesteldheid van zijn partner, die inmiddels weer werkt. Klagers partner wordt, zoals klager aangeeft, begeleid en behandeld door deskundigen. Klager kan indien nodig een verzoek
om strafonderbreking doen. Inzake de opvang van klagers minderjarige kinderen wijst de selectiefunctionaris klager erop dat hij een beroep kan doen op het Bureau Jeugdzorg of het Centrum voor Jeugd en Gezin. Ongetwijfeld zijn ook bijvoorbeeld
familieleden en buren bereid een aanvullende rol te spelen. Een gunstige bijkomstigheid is het feit dat klagers partner slechts in de avonden en de weekenden werkt waardoor zijn grotendeels beschikbaar is voor de zorg van de kinderen. De mogelijkheid
tot elektronische detentie bestaat niet. Deze mogelijkheid is per 1 juli 2010 afgeschaft. Hetgeen klager heeft verzocht past niet binnen het geldende beleid waar het betreft het verlenen van uitstel inzake de tenuitvoerlegging van lopende vonnissen.
Indien klagers bezwaar wel tijdig zou zijn ingediend had de selectiefunctionaris het bezwaar om voornoemde redenen ongegrond verklaard. Hetgeen klager in beroep heeft aangevoerd geeft geen aanleiding anders te beslissen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Leeuwarden is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Op grond van artikel 17, tweede lid jo. Artikel 61, vijfde lid, van de Pbw dient het bezwaarschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de gedetineerde kennis heeft gekregen van de beslissing waarover hij zich wenst te beklagen te worden
ingediend. Een na afloop van deze termijn ingediend klaagschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest. De brief waarin klager is opgeroepen zich te melden in de p.i.
Leeuwarden is gedateerd op 1 mei 2014. Klager stelt de oproep van 1 mei 2014 op 6 mei 2014 te hebben ontvangen. Het bezwaarschrift dat per e-mail is verzonden is gedateerd op 12 mei 2014 en op 12 mei 2014 door de selectiefunctionaris ontvangen. Naar
het
oordeel van de beroepscommissie is voldoende aannemelijk geworden dat klager zijn bezwaar tijdig heeft ingediend en had de selectiefunctionaris klager in zijn bezwaar dienen te ontvangen. Nu de selectiefunctionaris in de bestreden beslissing
inhoudelijk
op het bezwaar is ingegaan zal de beroepscommissie meteen inhoudelijk op het beroep beslissen.

Klager heeft op 15 april 2014 schriftelijk verklaard gevolg te zullen geven aan een oproep om zich te melden voor het ondergaan van de gevangenisstraf en was derhalve reeds vanaf dat moment bekend met de noodzaak tot tenuitvoerlegging.
Hetgeen klager heeft aangevoerd ten aanzien van de situatie rondom zijn partner is onvoldoende feitelijk onderbouwd. Klager verzoekt 5 maanden uitstel om zich te melden of verblijf in een z.b.b.i. of elektronische detentie. Gelet op de thans geldende
regelgeving zijn elektronische detentie en verblijf in een z.b.b.i. niet mogelijk. Sprake is van een al langer lopende problematiek in de thuissituatie van klager en niet in te zien is hoe een uitstel van de tenuitvoerlegging van de straf enig
oplossend
effect daarop zal hebben. De selectiefunctionaris heeft in dit geval dan ook terecht de noodzaak van tenuitvoerlegging van de straf laten prevaleren. De beroepscommissie zal het beroep dan ook ongegrond verklaren.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 30 mei 2014

Secretaris voorzitter

Naar boven