Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0792/GB, 30 mei 2014, beroep
Uitspraakdatum:30-05-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/792/GB

Betreft: [klager] datum: 30 mei 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 5 maart 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaarschrift gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad.

2. De feiten
Klager is sedert 29 december 2012 gedetineerd. Hij verblijft in de p.i. Lelystad.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager stelt dat de p.i. Lelystad te ver weg is voor zijn bezoek om hem te bezoeken. Hij begrijpt thans ook niet waarom hij vanuit de gevangenis van de p.i. Nieuwegein overgeplaatst is
naar de p.i. Lelystad.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de beslissing als volgt toegelicht. Klager is niet-ontvankelijk in zijn bezwaar nu hij geen gronden heeft aangevoerd met betrekking tot zijn overplaatsing naar de p.i. Lelystad. Er heeft zich recent een steekpartij
met dodelijke afloop voorgedaan in de p.i. Nieuwegein. Klager is in het verleden betrokken geweest bij een soortgelijk incident en daarom is verzocht hem over te plaatsen. Klager heeft als tweede voorkeur de p.i. Lelystad opgegeven. Hierop heeft de
selectiefunctionaris zijn beslissing dan ook gebaseerd.

4. De beoordeling
Met betrekking tot de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar van klager door de selectiefunctionaris wijst de beroepscommissie erop dat uit de bij de beklagcommissie van de p.i. Lelystad ingediende klacht voldoende is gebleken dat het bezwaar van
klager tegen plaatsing in de p.i. Lelystad met name de reisafstand betreft voor zijn bezoek. De beroepscommissie stelt voorop dat bezoekproblemen inherent zijn aan het ondergaan van detentie en, behoudens bijzondere omstandigheden, geen
selectiecriterium vormen. De selectiefunctionaris heeft hetgeen klager heeft aangevoerd ten aanzien van zijn problemen omtrent het ontvangen van bezoek in redelijkheid niet als een dergelijke bijzondere omstandigheid hoeven aan te merken. Dit mede ook
omdat klager een en ander niet feitelijk heeft onderbouwd. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde - aanvankelijke - beslissing van de selectiefunctionaris kan dan ook, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of
onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van I.J.M.W. van der Sanden, secretaris, op 30 mei 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven