Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0992/GB, 30 mei 2014, beroep
Uitspraakdatum:30-05-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/992/GB

Betreft: [klager] datum: 30 mei 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 februari 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht, afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 8 oktober 2012 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de p.i. Dordrecht en is op 9 december 2013 geplaatst in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Hij wordt bedreigd en is niet bereid om de namen te noemen van degenen die hem bedreigen. Dan kan het op een nog vervelender manier lopen. Door om overplaatsing te verzoeken, probeerde klager een oplossing te vinden. Hij heeft tot zover voldoende
gedaan. Klager deinst niet terug als het uit de hand loopt, maar gaat een confrontatie liever uit de weg.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft aangegeven dat medegedetineerden hem zouden bedreigen en wil geen namen noemen. De directeur van de p.i. Krimpen aan den IJssel ziet geen aanleiding om klagers verzoek te honoreren en heeft negatief geadviseerd ten aanzien van klagers
verzoek.
De selectiefunctionaris heeft op 7 april 2014 contact opgenomen met het b.s.d. van de p.i. Krimpen aan den IJssel. Door de afdeling is gesteld dat klager goed functioneert binnen de p.i. en dat er geen signalen zijn van eventuele bedreigingen.

4. De beoordeling
Klager heeft verzocht om overplaatsing naar de gevangenis van de p.i. Dordrecht en heeft als reden voor het verzoek gegeven dat hij bedreigd zou worden in de p.i. Krimpen aan den IJssel. Door de selectiefunctionaris is navraag gedaan bij de directeur
en
het b.s.d. van de p.i. Krimpen aan den IJssel en klagers stelling dat hij bedreigd zou worden in de huidige p.i. wordt door hen niet bevestigd.
Klager weigert om de namen te noemen van degenen die hem zouden bedreigen en heeft ook niet aangegeven waaruit de bedreigingen zouden bestaan.
Gelet op het bovenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden
aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 30 mei 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven