Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1122/SGB, 4 april 2014, schorsing
Uitspraakdatum:04-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 14/1122/SGB
Betreft : [verzoeker] datum: 4 april 2014

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door B.J.W. Tijkotte,

[...], verder verzoeker te noemen, thans niet gedetineerd.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 73, vierde lid, juncto artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de selectiefunctionaris van 17 maart 2014, inhoudende dat klager zich op 8 april 2014
voor 10.00 uur dient te melden bij de locatie Tafelbergweg te Amsterdam, voor het ondergaan van een hem opgelegde vrijheidsstraf.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van een verzoek om schorsing van een beslissing van de selectiefunctionaris slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde
is daarom slechts de vraag of de beslissing van de selectiefunctionaris is genomen in strijd met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de beslissing
van de selectiefunctionaris. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Verzoeker vraagt om uitstel van de executie van een vrijheidsstraf met als reden dat zijn vriendin, die zwanger is, geen werk heeft en mitsdien, als klager
gedetineerd zou raken, geen inkomen heeft. Die omstandigheden, die feitelijk ook niet nader zijn onderbouwd, hoeven – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – niet te leiden tot en toewijzing van het verzoek. Klagers partner kan immers indien zij
zonder inkomen komt te zitten een beroep doen op de sociale voorzieningen. Gelet daarop kon de selectiefunctionaris in redelijkheid onderhavige beslissing nemen. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris op 4 april 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven