Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0422/GB, 22 april 2014, beroep
Uitspraakdatum:22-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/422/GB

Betreft: [klager] datum: 22 april 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.A. Muntjewerf, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 februari 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klagers raadsvrouw is op 14 maart 2014 door een lid van de Raad gehoord. Klager, voor wie vervoer naar de hoorzitting was geregeld, heeft daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 15 januari 2012 gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard. Op 6 januari 2014 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Zuyder Bos, waar ten tijde van
klagers overplaatsing een regime van algehele gemeenschap gold.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Het beroep van klager is met name gericht tegen zijn overplaatsing naar de locatie Zuyder Bos en tegen de beëindiging van zijn detentiefasering. Klager verbleef inmiddels twee jaar in detentie en is tijdens de afgelopen kerstdagen met verlof gegaan.
Tijdens dat verlof wilde hij telefoneren maar toen bleek dat zijn eigen telefoonkaart geblokkeerd was. Hij heeft daarom een SIM-kaartje van een ander geleend en dat in zijn telefoon gestopt. Zijn eigen (oude) SIM-kaart heeft hij toen in een pakje
kauwgom gestopt en dat pakje heeft hij bij zich gestoken. Toen hij terugkeerde in de inrichting werd die (oude) SIM-kaart bij hem ontdekt. Klager is vervolgens in een isoleercel geplaatst, waarna de directeur hem te kennen heeft gegeven dat hij zou
worden teruggeplaatst naar een gesloten inrichting. Een en ander is zonder behoorlijke hoor en wederhoor geschied. Daarnaast is klager van mening dat hij disproportioneel zwaar is gestraft door de hem opgelegde disciplinaire straf en de aansluitende
overplaatsing. Een en ander was niet nodig geweest als de SIM-kaart was onderzocht. Dan had kunnen worden vastgesteld dat deze onbruikbaar was. Klager heeft aangegeven dat hij de SIM-kaart wilde bewaren omdat mogelijk het adressenbestand nog uitgelezen
zou kunnen worden. Overigens was klager, bij terugkeer in de inrichting, vergeten dat hij de SIM-kaart nog bij zich had. Klager had niet de bedoeling om die SIM-kaart illegaal in te voeren.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is door de directeur van de b.b.i. van de locatie Westlinge voorgesteld voor overplaatsing naar een meer beveiligde inrichting omdat klager heeft getracht contrabande (een SIM-kaart) in de inrichting in te voeren. Anders dan namens klager in het
bezwaarschrift is aangevoerd heeft – blijkens de mededeling van de beslissing van de directeur – de directeur naar aanleiding van het ter zake opgemaakte verslag klager gehoord. Binnen de locatie Westlinge is het om veiligheidsredenen ten strengste
verboden zaken als een mobiele telefoon of onderdelen daarvan in te voeren dan wel in bezit of onder handbereik te hebben. Door te pogen een SIM-kaart in te voeren heeft klager gehandeld in strijd met de goede orde en veiligheid in de inrichting en
heeft hij aangetoond het niet te nauw te nemen met gemaakte afspraken.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Zuyder Bos was, ten tijde van klagers overplaatsing, een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Vast staat dat klager – na terugkeer in de inrichting na een regimair verlof – een SIM-kaart voorhanden had, welk voorhanden hebben toen door hem niet is gemeld aan het personeel. Een SIM-kaart kan gebruikt worden in een mobiele telefoon en kon
daarom als contrabande worden aangemerkt. Hetgeen klager verder over de SIM-kaart heeft aangevoerd maakt dat niet anders.
Gelet daarop moet de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A.T. Bol, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op

secretaris voorzitter

Naar boven