Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1571/GB, 13 mei 2014, beroep
Uitspraakdatum:13-05-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/1571/GB

Betreft: [klager] datum: 13 mei 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 mei 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 13 mei 2014 te melden in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek te Zutphen niet-ontvankelijk verklaard.

2. De feiten
Op 14 april 2014 is klager opgeroepen zich op 13 mei 2014 te melden in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek voor het ondergaan van 14 dagen hechtenis. Op 4 mei 2014 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 7 mei 2014
niet-ontvankelijk is verklaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Er zijn veel problemen omtrent klagers privésituatie. Zijn zoon is onlangs bij zijn ex-vrouw uit huis geplaatst terwijl zijn dochter op dit moment ook in een ander gezin verblijft. Klagers
moeder is onlangs overleden en hij heeft financiële problemen. Klager heeft het zeer moeilijk met voornoemde gebeurtenissen. Hij verzoekt dan ook om uitstel om zich op 13 mei 2014 te melden, althans om omzetting van de 14 dagen principale hechtenis in
een taakstraf.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is niet-ontvankelijk in zijn bezwaar nu het bezwaarschrift te laat is ingediend. Ten overvloede stelt de selectiefunctionaris dat voorop moet worden gesteld dat de
gevolgen van een vrijheidsstraf voor rekening en risico komen van de veroordeelde. Om deze reden, en om de capaciteit binnen het gevangeniswezen zo efficiënt mogelijk te benutten, is de selectiefunctionaris slechts in uitzonderlijke omstandigheden
bereid om uitstel te verlenen. Voorop staat de noodzaak tot tenuitvoerlegging. Op 31 maart 2014 heeft klager schriftelijk verklaard, gevolg te zullen geven aan een oproep zich te melden. In het verlengde daarvan heeft klager op 14 april 2014 een oproep
ontvangen om zich op 13 mei 2014 te melden. Klager verzoekt om uitstel, althans om een omzetting van de 14 dagen principale hechtenis in verband met zijn privésituatie. De selectiefunctionaris merkt klagers privésituatie niet aan als zodanige
uitzonderlijke omstandigheden dat uitstel om zich te melden verleend moet worden aan klager.

4. De beoordeling
4.1 De gevangenis van de locatie Ooyerhoek is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2 Gelet op hetgeen de selectiefunctionaris onweersproken heeft aangevoerd, moet het er voor worden gehouden dat klager inderdaad te laat een bezwaarschrift heeft ingediend tegen de oproep om zich te melden en is hij terecht niet-ontvankelijk
verklaard in zijn bezwaar. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

4.3 Ten overvloede overweegt de beroepscommissie nog het volgende. De beroepscommissie is van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is geworden – mede bij gebreke aan een nadere feitelijke onderbouwing – dat een kortdurende detentie van klager (hij
dient een hechtenisstraf van veertien dagen te ondergaan) zodanige gevolgen zou hebben voor klager en/of zijn familie dat de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van I.J.M.W. van der Sanden, secretaris, op 13 mei 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven