Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1566/SGA, 12 mei 2014, schorsing
Uitspraakdatum:12-05-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 14/1566/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 12 mei 2014

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Alphen aan den Rijn.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 6 mei 2014, inhoudende het stellen van een ultimatum: of deelnemen
aan de training KVV (Kiezen voor Verandering) of verlies van (bezoek-) rechten.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 7 mei 2014 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 9 mei 2014. De secretaris van de beklagcommissie bij voormelde p.i. heeft weliswaar nog niet gereageerd op het
verzoek om inlichtingen maar nu het door verzoeker meegezonden klaagschrift ook is doorgezonden naar de beklagcommissie, gaat de voorzitter er van uit dat de klacht inmiddels is ingeboekt.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

Uit de inlichtingen van de directeur komt naar voren dat verzoeker, die in het basisregime verblijft, in het reïntegratiecentrum van de p.i. Alphen aan den Rijn voorlichting heeft gekregen omtrent het invullen van de reflector ten behoeve van de
training KVV. Verzoeker dient, zoals iedere gedetineerde die in het plusregime terecht wil komen, de reflector in te vullen en aan de training deel te nemen. Gedetineerden die dit weigeren, blijven in het basisregime.

Verzoeker stelt zich op het standpunt dat het geven van een ultimatum in strijd is met het grondrecht op een eerlijk proces omdat hij wordt gedwongen te kiezen tussen deelname aan de training KVV en (bezoek-) rechten. De voorzitter begrijpt het verzoek
aldus dat verzoeker bezwaar heeft tegen deelname aan de training KVV omdat dit in zijn beleving een verkapte bekentenis is en dat hij aangeeft daarom niet te kunnen promoveren naar het plusprogramma met meer en andere activiteiten en vrijheden. De
voorzitter verstaat dat verzoeker hiertoe (bij gebreke aan nadere onderbouwing) ook (bezoek-) rechten rekent.

Naar aanleiding van de wijziging van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedeti-neerden (de Regeling Spog) is per 1 maart 2014 in (onder meer) de gevangenis van de p.i. Alphen aan den Rijn het basis- en het plusprogramma ingevoerd. In
het kader van de uitvoering daarvan is ook het beleidskader ‘Dagprogramma, beveiliging en toezicht op maat’ (programma DBT) ingevoerd.

Nu het hier een voor alle zich in de inrichting bevindende gedetineerden geldende algemene regeling betreft, is er geen sprake van een beslissing van de directeur als bedoeld in artikel 60, eerste lid of tweede lid, van de Pbw. Er kan enkel beklag
worden ingesteld (en om schorsing worden verzocht) indien sprake is van strijd met hogere wet- of regelgeving. Daarvan is geen sprake. Verzoeker kan daarom niet worden ontvangen in zijn verzoek.

2. De uitspraak
De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.

Aldus gedaan door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 12 mei 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven