Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0738/GA, 21 augustus 2002, beroep
Uitspraakdatum:21-08-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/738/GA

betreft: [klager] datum: 21 augustus 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 4 april 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.M.A.Appelman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 28 maart 2002 van de beklagcommissie bij de locatie Lelystad te Lelystad,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 juli 2002, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam te Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.M.A. Appelman, en de heer [...], unit-directeur bijde locatie Lelystad.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft – voorzover in beroep aan de orde – het feit dat klager alleen onder bewaking een afscheidsbezoek aan zijn overleden vader mocht brengen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt overeenkomstig de ter zitting overgelegde en aan deze uitspraak gehechte pleitnotitie toegelicht.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is op maandag 7 januari 2002 met inrichtingspersoneel in burgerkleding bij zijn vader in het ziekenhuis op bezoek geweest.
Toen klager op een later moment vroeg of hij een afscheidsbezoek aan zijn overleden vader mocht brengen, heeft hij hier tevens een verzoek om strafonderbreking voor ingediend. In verband met dat verzoek om strafonderbreking is ertoen een fax verstuurd naar de officier van justitie voor advies. De officier van justitie had bezwaar tegen strafonderbreking. Als alternatief heeft de inrichting toen aan klager aangeboden dat hij onder bewaking van de dienstvervoer en ondersteuning (DV&O) afscheid mocht nemen van zijn vader, maar dit wilde hij niet.

3. De beoordeling
Vaststaat dat klager aan de directeur een verzoek heeft gedaan om een afscheidsbezoek aan zijn overleden vader te mogen brengen. Voorst staat vast dat hij naast dit verzoek tevens een verzoek om strafonderbreking heeft gedaan, dathieromtrent advies is ingewonnen bij het Openbaar ministerie (OM) en dat het OM hierop negatief adviseerde.
Ten slotte staat vast dat door de directeur aan klager is aangeboden om – onder bewaking van DV&O – een afscheidsbezoek aan zijn overleden vader te brengen.
De beroepscommissie acht het, gelet op het voorgaande, en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet onredelijk of onbillijk dat aan klager is aangeboden dat hij slechts onder bewaking een afscheidsbezoek aan zijnvader mocht brengen.
Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.\
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. H.B. Greven, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Vodegel, secretaris, op 21 augustus 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven