Nummer: 14/1194/GB
Betreft: [klager] datum: 24 april 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. Lina, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 2 april 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 29 april 2014 te melden in de gevangenis van de locatie Westlinge te Heerhugowaard ongegrond verklaard.
2. De feiten
Op 20 maart 2014 is klager opgeroepen zich op 29 april 2014 te melden in de gevangenis van de locatie Westlinge voor het ondergaan van 80 dagen gevangenisstraf. Op 26 maart 2014 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 2 april 2014
ongegrond is verklaard.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Het is voor klager onmogelijk om zich vanaf 29 april 2014 te onderwerpen aan 80 dagen detentie. De exploitatie van zijn hotel neemt klager alleen voor zijn rekening en hij kan voor 29 april 2014
niet voor vervanging zorgen. Klager moet dan zijn onderneming sluiten en daardoor zal hij grote verliezen lijden. Dit kan worden voorkomen door de tenuitvoerlegging aan te houden tot 1 september 2014. De oproep zich op 29 april 2014 te melden is op 20
maart 2014 aan klager verzonden, dit is een te korte termijn voor hem om deugdelijke waarneming voor zijn onderneming te realiseren. De overweging van de selectiefunctionaris dat klager sinds 5 juni 2013 concreet bekend is met de noodzaak tot ten
uitvoerlegging van de detentie is niet redengevend. Immers, toen is niet medegedeeld tegen welke datum oproeping zou plaatsvinden.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Voorop moet worden gesteld dat de gevolgen van een vrijheidsstraf voor rekening en risico komen van de veroordeelde. Om deze reden, en om de capaciteit binnen het
gevangeniswezen zo efficiënt mogelijk te benutten, is de selectiefunctionaris slechts in uitzonderlijke omstandigheden bereid om uitstel te verlenen. Op 5 juni 2013 heeft klager schriftelijk verklaard gevolg te zullen geven aan een oproep zich te
melden
in een gevangenis. Klager is sinds 5 juni 2013 concreet bekend met de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de detentie. Hij is derhalve lange tijd in de gelegenheid geweest om maatregelen en voorzieningen te treffen om de consequenties van de aanstaande
detentie op te vangen. Afgezien daarvan veronderstelt de selectiefunctionaris dat klager in het kader van een goede bedrijfsvoering te allen tijde maatregelen heeft genomen en voorzieningen heeft getroffen ten behoeve van de continuïteit van de
onderneming. Dit te meer omdat er sprake is van een zestal in de onderneming werkzame personen en van een tweetal onbeperkt bevoegde vennoten. Klager behoort tot laatstgenoemde.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Westlinge is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Klager heeft op 5 juni 2013 schriftelijk
verklaard gevolg te zullen geven aan een oproep om zich te melden voor het ondergaan van de gevangenisstraf en was derhalve reeds vanaf dat moment bekend met de noodzaak tot tenuitvoerlegging. Dat hij op dat moment niet precies wist wanneer hij een
oproep tot melden zou ontvangen, doet hier niet aan af. De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat klager voldoende gelegenheid heeft gehad om te anticiperen op de aankomende detentie. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van I.J.M.W. van der Sanden, secretaris, op 24 april 2014.
secretaris voorzitter